woensdag 16 april 2014

De sloppenwijk

Gisteren was ik er weer, in de sloppenwijk van het 3D-project. Een project, waarbij een gemeenschap integraal wordt geholpen op eigen benen te staan. En zoals altijd kwam ik weer stil thuis.

Ik ben slechts één van de vele vrijwilligers die zich inzet voor de mensen van Janakiram. Ik doe het nog maar net en ook nog niet heel veel. Ben er niet wekelijks, zoals vele andere (veelal expat-) vrouwen. Week in week uit besteden ze uren van hun tijd om de mensen daar Engels te leren, de kleine kinderen op te vangen in de crèche, de oudere kinderen aan te melden op school, de vrouwen te leren naaien en een summer school te organiseren voor 200 scholieren.

Gisteren hadden I en ik zo’n 5 kwartier in de auto gezeten voor de maandelijkse vrijwilligers vergadering. Eenmaal aangekomen kregen we een telefoontje: de vergadering ging niet door. En stiekem deed het me op dat moment niet zo veel. Dit soort plannen wijzigt hier wel vaker, kan gebeuren. Nu hadden we tijd om afspraken te maken over het werk van de crèche leidsters, 2 andere crèches te bezoeken en de nieuwe locatie van de second hand shop te bekijken. Om mijn bezoek volgende week aan enkele vrouwen zelf-hulp-groepen te plannen en nog wat tassen (daar geproduceerd van recycling materiaal) te kopen voor het thuisfront.

En als ik dan mee ben met die vrouwen, die daar wekelijks komen, valt het me elke keer weer op hoe ongedwongen ze zich bewegen tussen de mensen daar. En hoe weinig ongedwongen ik zelf nog ben. Ik zie ons gewoon lopen, vanaf een afstandje. Twee grote blanke Westerse vrouwen tussen die kleine huizen. Een stuk kleiner en donkerder dan onze slaapkamer. En daar wonen ze dan met ik weet niet hoeveel mensen. Oh, wat zit ik dan in mijn hoofd als ik daar rond loop, wat denk ik veel. “Hi ma’am!” roepen de kinderen blij, we zingen liedjes in de crèche, krijgen overal stoelen aangeboden. En alleen daar, tijdens het liedjes zingen, staat het hoofd even stil.

Wat me gisteren zo raakte was het gebrek aan privacy en koelte. Geen aparte kamers voor de verschillende familieleden, niet eens een apart hoekje. En zodra je op straat staat, bots je tegen je buren op. En tegen de geiten, de honden, de kippen. De huizen van de medebewoners. Geen plek om je even terug te trekken, om even lekker met een boek op een stoel te hangen. Of om even onder de ventilator te zitten. Het is veel en vol en warm.

’s Avonds aan tafel vertelde ik er over aan onze jongens. Ze willen graag eens mee. Jammer dat de zomervakantie voor de Indiase scholen eerder is dan die voor de internationale, anders hadden ze mooi kunnen meehelpen met de summer school.

Maar misschien ga ik wel in overleg met de juffen, bedenk ik me nu ter plekke en neem ik ze eens mee een hele dag. Kunnen ze ons helpen en spelletjes doen met de kinderen daar. Zul je zien dat zij zich meteen thuis voelen en veel minder last hebben van de grote verschillen dan ik. 

1 opmerking:

  1. Je bent het niet gewend die drukte en warmte....en ieders behoeften ziijn anders... gelukkig kon je terug naar de compound.

    Groetjes,

    Dorothé

    BeantwoordenVerwijderen