zaterdag 28 september 2013

Comfort zone

Hoe ver kun je uit je comfort zone gaan? Nou mensen, ik kan het jullie vertellen. Héél ver. Heb me nog nooit zó vaak ongemakkelijk gevoeld als de afgelopen dagen. Heb nog nooit zo vaak gebloosd en zo vaak wanhopig om me heen gekeken. Wat zegt hij nou? Praat hij nou Engels of de lokale taal (want er is soms werkelijk niets van te maken)? Wat bedoelen ze precies? Moet ik nu wel of niet serieus antwoord geven of is het “Hi mam, how are you? How was your lunch? Everything okay?” gewoon een manier om “Hé hallo!” te zeggen?

Oh, wat is het makkelijk om in je eigen dorp, stad, wijk op de fiets te springen, naar je eigen supermarkt te fietsen en precies te weten wat je wilt kopen, wat je moet zeggen, hoe alles werkt, je thuis te voelen. Onderdeel van het grote geheel. Hier voel ik me regelmatig als een pinguïn tussen de tijgers, als een papegaai in het zwembad.

Vanmiddag hebben we een letterlijke stap verder out of our comfortzone genomen. De chauffeur zou ons naar een groot winkelcentrum in de stad brengen. Nou is de nationale sport op zaterdag voornamelijk: met de auto naar een groot winkelcentrum in de stad gaan. Het verkeer stond dus helemaal vast en de parkeergarage was absoluut niet te bereiken. Dus toen maar net als alle anderen aan de overkant van de weg uitgestapt, om de laatste 100 meter te voet te gaan.

Piece of cake, zou je zeggen. Dat dacht ik ook.

Herrie zo hard dat ik mijn eigen gedachten niet meer kon horen (wat is de zin eigenlijk nog van toeteren als werkelijk iederéén toetert), een twee keer tweebaanse weg om over te steken (nou ja, tweebaans, zo breed was tie. Er reden gerust 3 voertuigen naast elkaar), zonder zebrapad uiteraard en links en rechts gaten in de weg ter grootte van een vrachtwagenband, waardoor je regelrecht in het open riool kon vallen. Zo, dat was even een kleine uitdaging met 3 kinderen erbij.

Maar ook: vriendelijke chauffeurs die gewoon midden op straat stopten om ons over te laten steken en het gevoel om even écht in India te zijn. Want de ritjes van het appartement naar de compound naar de parkeergarage van het winkelcentrum naar het appartement naar de campus van de school naar het appartement is nog niet hoe het echte leven hier is.

De jongens (twee van de drie, de derde was zwaar cool) vonden het eng en eigenlijk helemaal niet leuk. Toen we het later op de terugweg in de auto over de geschiedenis van India hadden en dat ze overheerst waren geweest door anderen, zei S. uit de grond van zijn hart “Nou, van mij mogen ze het land houden!”. En M. knikte een beetje witjes.

Morgenochtend lekker weer zwemmen en dan naar Nederlanders die hier al een jaar wonen. Met kinderen in de leeftijd van die van ons. Lekker “vakantie vieren”. En het echte India heel heel langzaam opvoeren.

dinsdag 24 september 2013

Zélluf doen!

Na nog geen 2 dagen Bangalore weet ik geloof ik al waar ik de meeste moeite mee ga krijgen.  En dat terwijl ik met heel veel optimisme dit land ga ontdekken. Natuurlijk weet ik dat het af en toe niet mee zal vallen, dat ik op zo’n moment zal verlangen naar de Nederlandse duidelijkheid en manieren en dat het af en toe vermoeiend is als alles anders is en je totaal niet op de automatische piloot kunt varen.

Maar ook in Nederland heb ik af en toe wel eens een off day en gaat alles anders dan ik wil. Word ik gek van iedereen en vooral van mezelf en gaat het na een nachtje slapen wel weer.

Dus toen gisteren, op dag 1, een Nederlandse tegen me zei dat het af en toe wel heel lastig zou worden, antwoordde ik met “ja hé, dan moet je ook niet naar India willen gaan, toch?”. En toen zij antwoordde met “ik spreek je later nog wel weer”, irriteerde me dat wel een beetje. Ik wil zelf graag uitzoeken hoe ik het ga vinden en of ik gek word van de Indiase toestanden of dat ik alles heel zen langs me heen kan laten glijden. Stiekem hoop ik natuurlijk op dat laatste en kom ik totaal verlicht terug naar Nederland. Je moet tenslotte altijd iets te dromen over hebben, niet waar?

Maar nu, op dag 2, weet ik geloof ik al waar het hem gaat wringen tussen de Nederlandse Dorine en de Indiase medemensen. En snap ik ineens wat al die peuters bezielt. Al een paar keer heb ik namelijk de neiging gehad om heel hard “Zélluf doen!” te roepen.

Mag ik alsjeblieft zelluf mijn rijst en saus op mijn bord scheppen, als ik nog iets meer wil eten in een restaurant? En wil je dan de lepel en het kommetje alsjeblieft niet uit mijn handen halen? Mag ik alsjeblieft zelluf even rustig kijken welk merk olijfolie ik ga kopen, zonder dat je binnen een seconde naast me staat en er één in mijn hand probeert te duwen? Mag ik alsjeblieft zelf weten welke appels ik er het lekkerst uit vind zien en mee wil nemen? Mag ik alsjeblieft zelluf het autoportier openen en zelluf op het liftknopje duwen? Alsjeblieft?


Oh help, als ik dit al heb na 2 dagen, waar zal ik dan de komende 1094 dagen nog last van krijgen? In ieder geval heb ik genoeg tijd om eraan te wennen. En wellicht wordt het ook een stuk beter als ik over een tijdje niet meer als een onnozel schaap om me heen kijk en beter weet hoe en wat in India.

dinsdag 17 september 2013

Planning is my middle name

Geef me een flinke klus om te klaren, zeg een verhuizing. Naar een ander continent. Een klus met veel regelwerk, administratie, logistieke planningen en een deadline. En ik ben gelukkig. Ik sla aan het bellen, regelen, plannen. Mailen, schrijven en afvinken. Check check check, pomtiedomtiedom. Heerlijk!

Maanden ben ik bezig geweest en ik zal je eerlijk bekennen (ik vrees dat ik niet behept bent met enige mate van bescheidenheid): ik ben er goed in. Zelden dat ik iets vergeet of verkeerd regel. Planning is my middle name.

En dan ineens, een dag voor de verhuizers komen, is het op. Helemaal op. Op de dag dat het erop aan komt dat echt alles goed gescheiden wordt en er niets meer op de verkeerde plek ligt. Koffers en tassen voor onderweg veilig bij de buren (waar alles in moet voor de komende pak hem beet 10 weken), alle etenswaren in 1 doos met een grote sticker “blijft achter” erop en alle spullen die we voorlopig niet nodig hebben in de hoek “opslag”. En dan ook nog een tasje met onderbroeken en sokken voor de komende dagen, de sportkleren apart want de jongens hebben nog gymles volgende week en help, past dat straks wel in de koffers?

Die Black Wednesday vind ik mezelf terug in de woonkamer, armen langs het lijf, hoofd naar beneden hangend, schouders ergens halverwege mijn benen (Zie je het voor je? Echt, ik lieg niet). De hersens totaal uitgewrongen, een slag gedraaid en vervolgens omhuld met watten. Nog zoveel te doen, nog zoveel te regelen en werkelijk wérkelijk geen idee waar te beginnen.

Na een peptalk van echtgenoot A. en het aanspreken van de laatste druppels wilskracht grijp ik mezelf bij elkaar en ga ik weer verder, trap op, trap af, sticker hier, tasje daar, pomtiedom….

En nu? Nu is het huis leeg. De verhuizers zijn gistermiddag vertrokken en hebben alles meegenomen, een deel voor de opslag en een deel voor de zeecontainer. Het enige dat we nu nog in huis hebben is de bagage die straks mee moet het vliegtuig in en de spullen die we hebben geleend van de buren (duizendmaal dank lieve buren voor alle matrassen, handdoeken, pannen, stoelen en zelfs een pingpong tafel).

Ik kan weer nadenken en ademhalen. En ben ongelooflijk blij met mijn middle name. Hoe had ik het anders allemaal in hemelsnaam moeten doen? 

woensdag 11 september 2013

Afscheid

Partir, c’est mourir un peu. En wat zijn we veel afscheid aan het nemen momenteel. We zouden ons bijna kunnen verhuren als professioneel afscheidsneemteam. “Vaarwel en co, voor al uw verhuizingen en andere vertrekkingen.”

De jongens genieten volop, steeds weer feestjes van lieve mensen, met veel eten en drinken en spelen. Maar ze worden er ook stil en verdrietig van. S. komt de laatste dagen regelmatig met buikpijn uit bed. En als M. het filmpje ziet dat vriend JK op een van de feesten heeft gemaakt, zegt hij stilletjes “Ik ga ze allemaal zo missen”. En zo is het.

Ook ik krijg buikpijn als ik zie hoe mijn moeder de jongens steviger omhelst dan anders als we elkaar zien. Als ik me realiseer dat de zo speciale pinkstervriendenweekenden de komende 3 jaren zonder ons gevierd gaan worden. Als ik bedenk dat ik voorlopig niet meer zomaar bij mijn vriendinnen kan binnenvallen voor een kop thee, een goed gesprek en gewoon wat lol. 

Familie, vrienden, buren, collega’s  …..  Wat hebben we toch veel mensen om ons heen die belangrijk voor ons zijn. Mensen die we soms bijna dagelijks zien en spreken, anderen met wie we slechts eens in de zoveel tijd bijpraten. Maar die altijd wel ergens in ons hoofd of hart zitten.

Partir, c’est mourir un peu. En godzijdank dan maar. Je zal maar niets hebben om afscheid van te nemen.

zondag 8 september 2013

Het Visum (met Hoofdletters)

Wikipedia
Een visum is een officiële toestemming een land binnen te reizen en in dat land te verblijven. In tegenstelling tot een paspoort wordt een visum over het algemeen niet afgegeven door het thuisland van de reiziger maar door het land waar hij / zij wil inreizen. Op deze manier kan dat land beter in de gaten houden wie het land binnenkomt en ook wanneer.

Plazilla.com
In het kort willen overheden graag weten wie hun land bezoekt. Nou is daar niet per sé een visum voor nodig, maar een prettige bijkomstigheid is dat het een aardige bron van inkomsten kan opleveren.

Nou mensen, we hébben hem. Het Visum. We mogen India in. En nu moet je niet denken dat dat gemakkelijk was, welnee!

Ik zal jullie niet vermoeien met de hele lijst van papieren en toestanden, alleen met deze: ze wilden de diploma’s van echtgenoot A., vertaald en gelegaliseerd door een rechtbank. Dit kan op één plek in Nederland: Groningen….  En ons trouwboekje, uiteraard ook voorzien van een officiële vertaling. En de geboortebewijzen van onze jongens (idem). Die vertalingen konden we gelukkig in Rotterdam regelen. Effe snel. Dachten we. Tot bleek dat we van zoon 2 geen officiële kopie van zijn geboortebewijs hadden. Wel een kopie, waar exact hetzelfde op staat, alleen zonder stempel en handtekening. Maar da’s dus niet genoeg.

Nou is S. in Arnhem geboren en de mevrouw van burgerzaken daar zei aan de telefoon “Komt u morgen maar even langs, dan kunt u het ophalen”. Uh, wij wonen in Barendrecht en gaan overmorgen op vakantie ….. Het kon ook opgestuurd worden, maar dan duurde het 2 weken (Waarom zo lang? Heb werkelijk geen idee). Uiteindelijk zijn we via Arnhem naar Denemarken gereden (ach, het lag toch op de route, elk nadeel heb zijn voordeel). Check.

Na weken van verzamelen van de juiste documenten, stond echtgenoot A. twee weken geleden op de stoep bij het visumaanvraagregelbureau. Om onverrichter zake weer naar huis terug te keren, want uiteraard miste er nog wat. Want er was deze keer niet alleen een uitnodigingsbrief van zijn werkgever in India nodig, maar ook een brief van diezelfde werkgever in Nederland waarin staat dat ook zij graag willen dat A. naar India gaat. En dan in 5-voud, want 1 brief voor het hele gezin is niet genoeg. Pfffff. Adem in, adem uit. Zo wennen we wel vast aan de rompslomp die ons in India te wachten staat. Elk nadeel heeft zijn voordeel, had ik dat al gezegd?

En nu hebben we het zowaar. Het Visum. Op zondag 22 september stappen we het vliegtuig in, om in Bangalore weer uit te stappen…


maandag 2 september 2013

Kannada

En dan heb je een redelijke talenknobbel en verhuis je voor een paar jaar naar Polen. Nog denkend “leuk, een heel nieuwe taal, een Slavische, die ga ik eens eventjes leren”. En dan kom je er na een jaar lang wekelijkse lessen achter dat je zoon van 4 beter Pools spreekt dan jij. Zonder een enkele les gevolgd te hebben.

Maar goed, in 1-op-1 gesprekken ging het heel aardig, je kreeg flink wat complimenten en na jaren Engels, Frans, Duits en Italiaans met een vet Nederlands accent te hebben gesproken, blijkt er een taal te zijn die je bijna accentloos kunt uitspreken. Leuk!

En dan ga je vervolgens naar India, waar ze (even snel gecheckt) welgeteld meer dan 20 officiële talen hebben. Die onderling enorm verschillen en zelfs verschillende alfabetten hebben. Na uitgevonden te hebben wat ze in Bangalore en omgeving spreken (je zult dat maar vergeten en maanden op het Hindi geploeterd te hebben om er achter te komen dat ze dat voornamelijk in het Noorden spreken….) een thuistaalcursus Kannada besteld (nee, daar had ik ook nog nooit van gehoord). En de moed zakt je in de schoenen. Want hier is werkelijk geen touw aan vast te knopen! Godzijdank spreekt een groot deel van de bevolking ook Engels…

Taal. Wat moet je zonder en wat moet je met.

Taal is alles. Door een taal te beheersen heb je echt contact, snap je de nuances, kun je uitdrukken wat je voelt en denkt. Taal is het smeermiddel van de maatschappij. Wat heb ik in Polen vaak verlangd naar een klein beetje small talk in de rij voor de kassa, op straat met een tegemoetkomende wandelaar, in de straat met de buurman. Gewoon, omdat het het leven een beetje leuker, soepeler, makkelijker maakt. Maar als je 5 minuten moet nadenken over een goede openingszin, tja, dan is die ander allang weer de kassa voorbij of een straat verder.

Taal is niks. In bijna perfect Pools kreeg ik geen contact met die belastingdienst medewerker. Gewoon omdat ze dat niet wilde. Of met die politie agent aan de telefoon, die me niet wilde begrijpen toen ik opheldering vroeg over een brief de ze ons hadden gestuurd. Maar heel goed contact had ik met Iza, onze oppas, die geen woord Engels sprak. Bij onze eerste kennismaking was er een klik en met handen en voeten, het woordenboek op tafel en veel gelach, hadden we de mooiste gesprekken. En in die winkel waar ik een bordenwisser zocht en na een uur met een spons de deur uit liep, heb ik zo gelachen met de verkoopster die me totaal niet begreep maar me zo ontzettend graag wilde helpen.

Ach, in India kom ik ze ook wel weer tegen. Mensen met wie het klikt. Met wie er echt contact is. Misschien zelfs wel zonder dat we ook maar iets gemeen hebben in achtergrond of cultuur. En natuurlijk ook die mensen met wie ik op een totaal andere golflengte zit. Goh, misschien is niet alles zo anders dan hier…