donderdag 21 november 2013

Thuis

Zodra ik ergens een jaar of 3 woon, gaat het weer kriebelen. Wil ik iets nieuws, iets anders. Een nieuwe omgeving, een ander uitzicht, nieuwe avonturen. Ik hecht niet zo aan één plaats. Zoals echtgenoot A. het ooit zo mooi verwoordde “Waar jij je jas hangt, ben je thuis”.

Ook om spullen geef ik niet heel veel. Houd best van mooie dingen en geef daar ook wel geld aan uit, maar gooi of geef ook gemakkelijk weg. En wat ik heb, moet wel gebruikt worden. Voor de sier, daar doe ik niet aan.

Een mooie schaal uit Polen die kapot valt? Jammer ja, maar het is niet anders. Boeken die ik al gelezen heb (met uitzondering van die speciale), mogen naar een ander. Heeft die er ook wat aan. Liever dus de boel veel gebruiken en af en toe verliezen. Liever spullen doorgeven dan dat het staat te verstoffen in een kast. Mijn herinneringen zitten voornamelijk in mij, niet in mijn spullen (herkenbaar, mam?).

Maar nu. Ik heb nog nooit zo erg als nu verlangd naar mijn spullen. Naar mijn eigen bank, mijn eigen schilderijen, mijn eigen handdoeken, zelfs naar mijn eigen achterlijke plastic vergiet. Naar mijn boeken, mijn foto’s, mijn bureau. Mijn bed, mijn weegschaal, mijn kleren.

Eigenlijk verlang ik gewoon naar een thuis. Een plek van mij, van ons. Waar het fijn is, warm en vertrouwd. Waar ik kan beginnen met het gezellig te maken (ja, oer-Hollands “gezellig”). En ik realiseer me ontzettend goed dat dit een luxe probleem is. We zitten niet slecht in ons tijdelijke appartement. Wat zeg ik, we zitten riant in ons tijdelijke appartement. Maar het is niet van ons.

Het is me weer heel duidelijk geworden waarom ik wél van verhuizen houd en wél graag in het buitenland woon, maar geen mens ben voor een wereldreis. Ja graag, die nieuwe omgeving, dat andere uitzicht, die nieuwe avonturen. Maar na een week of wat wil ik wel settelen, een nest bouwen, thuis zijn. Ook al is dat steeds maar voor een paar jaar.

dinsdag 12 november 2013

Ik heb een heel zwaar leven :-)

In de Bangalore Mirror van vorige week had ik een heel interessant artikel gelezen. Memoires of Bangalore heette het en het ging over een fototentoonstelling hier in de stad. Een “interactieve show over de erfenis van de stad”.

Nu heeft Bangalore wel een bijzondere geschiedenis. Tot een jaar of 15, 20 terug was het - zo is me verteld - een wat slaperig provinciestadje met een paar honderdduizend inwoners. Door het milde klimaat en het vele groen (het wordt ook wel Garden City genoemd) was het een heel populaire stad voor gepensioneerde Britse militairen. Prachtige villa’s en heel veel bomen. Volgens onze chauffeur was onze wijk van de stad toen nog een en al jungle. Levensgevaarlijk om je na 18 uur, als het hier donker is, te vertonen. Als ik hem goed begrepen heb tenminste, want zijn Engels is nogal een puntje van aandacht….

Momenteel is Bangalore overigens één van de snelstgroeiende stedelijke gebieden van India en staat het bekend als India’s eigen Silicon Valley. Hebben we zo’n 8,5 miljoen inwoners en is de stad uit zijn kluiten gegroeid.

Maar goed, de fototentoonstelling dus. Prachtige foto’s in de krant uit eind 19e eeuw en een mooie Facebookpagina, waar mensen heel actief allerlei oude foto’s plaatsen. De tentoonstelling is nog maar tot 15 november, dus een beetje haast was geboden. Een mede-expat-vrouw en haar moeder, die net op bezoek was, wilden wel mee.

Nu wil het geval dat adressen hier niet zo makkelijk zijn als in Nederland. Zondag nog was ik aan de praat met onze gastheer (we waren uitgenodigd voor een lunch bij mensen thuis) en hij vertelde over een interessant uitje. “Waar is dat, in welke straat?” vroeg ik. Hij moest lachen en zei “Dat werkt hier bij ons een beetje anders, niet alle straten hebben namen, het is dichtbij de Outer Ring Road en dan 1,6 km die kant op, vlak bij…. (en daar was ik hem kwijt, maar lang leven Google, ik heb het weer gevonden). Bij de fototentoonstelling stond alleen de naam van het gebouw en de straatnaam (en die straat is nogal lang). Geen nummer. De chauffeur wist het vast wel.

De chauffeur had geen idee. Het kostte me alleen al een kwartier om uit te leggen dat het een Art Centre was. “A mall?”. No, an ART CENTRE (betrap me er op dat ook ik harder ga praten als iemand me niet begrijpt, totaal onzinnig, maar toch). “Handicraft?”. No, GALLERY, PHOTOGRAPHS.. Hij is toen maar gaan bellen met iemand en uiteindelijk wist hij het.

We gingen rijden en arriveerden na zo’n 5 kwartier eindelijk bij het Art Centre (ja, dat verkeer hier, dat wil je niet weten). De ingang was wat lastig te vinden, maar na een heel eind lopen hadden we het. Er zat een touw voor en er zat een bewaker naast. Die niets snapte van onze vragen en alleen herhaalde “closed”. Op zoek naar een andere ingang dan maar, het was tenslotte een langgerekt gebouw. Weer een touw en weer een bewaker. “Closed ma’am. Holiday today”. Pfff. Dat had niet in het krantenartikel gestaan. En ook niet op Facebook.

De chauffeur gebeld dat hij ons weer op kon pikken. “Same place, ma’am?” Almost, a few 100 metres along the road. “So same place?”. No, a bit further on.  En een telefoontje 5 minuten later “Where are you ma’am?” SAME PLACE BUT THEN A FEW HUNDRED METRES FURTHER ON. “Okay ma’am”.

Toen zijn we maar gezellig gaan lunchen.  En op de terugweg moesten we heel hard lachen om ons zeer zware expatleven en zongen we: http://www.youtube.com/watch?v=JLNvBvJ-F00




maandag 4 november 2013

Indiase soapserie

Momenteel kijk ik nauwelijks TV.  Zodra we straks onze eigen TV- en internetaansluiting hebben, zorgen we voor die kanalen die ook voor ons interessant zijn. Kan me nu al verheugen op The Big Bang Theory, die we al véél te lang niet meer gezien hebben (onze familie favoriet) en op de nieuwe afleveringen van Homeland.

Hier in ons tijdelijke appartement hebben we die kanalen niet en is er dus niet zoveel interessants te zien. En bij de films op zaterdagavond verlies ik het meestal van de 4 mannen in ons gezin. Tijdens de zoveelste superheldenactie, gewelddadige reddingspoging en heftige schietpartij zit ik heerlijk met mijn benen op de bank te lezen of te Facebooken.

Maar af en toe kan ik ineens een TV serie binnenvallen en dan met open mond blijven kijken. Om heel eerlijk te zijn (het siert me niet, ik weet het) heb ik dat in het verleden ook wel eens met Tell Sell en Tommy Teleshopping gehad. Van die mensen Die Met Uitroeptekens Praten! Het Hele Filmpje Door! En dan ongelooflijk blij en opgetogen zijn met een nieuw aardappelmesje of een plastic opbergdozensysteem. Ik zit dan gefascineerd en met open mond naar dit idiote gedoe te kijken. En moet oppassen dat ik niet ter plekke de telefoon pak om de Xhose oprolbare tuinslang te kopen. Of de Aqua Laser Gold multifunctionele krachtige stoomreiniger.

Anyway, een soortgelijke ervaring had ik afgelopen week bij een Indiase soap. Ik lag samen met mijn jongste zoon even op bed te kijken naar Tom en Jerry en toen hij na afloop ging douchen bleef ik aan het beeld gekluisterd. Want ik viel midden in de soap. En was weer even jaren terug in de tijd.

De tijd dat ik nog The Bold and the Beautiful keek. Iedereen die dat ook wel eens deed, kent ze wel: die blikken tussen de acteurs, die minutenlang duren en vooral heel Veelbetekenend! zijn. Met Hoofdletter en uitroepteken ja! De camera zwenkt van de een naar de ander, lippen trillen, ogen lopen langzaam vol met tranen, de muziek zwelt aan en tergend langzaam verdwijnt het beeld.

Maar nu! Nu was het nog veel mooier! Want er was buiten beeld ook een heel grote föhn aangezet. Die de lange haren van de hoofdrolspeler (een man) gelijkmatig liet wapperen. Minutenlang. Terwijl hij heel serieus zijn geliefde aankeek en vervolgens op zijn knieën neerzeeg, nadat zij hem en de kamer had verlaten. En terwijl hij op de grond lag, bleven zijn haren maar door golven.

Dit was het echte werk. Genoten heb ik! Dit was nog mooier dan Tell Sell en Tommy Teleshopping bij elkaar. En ik vrees dat als je even om de hoek had kunnen kijken, je mij met open mond en gekluisterd aan het scherm had aangetroffen…