donderdag 20 augustus 2015

De kunst van het leven


Even heel kort door de bocht: als je vertelt over India krijg je grofweg 2 soorten reacties. De ene heeft te maken met vies, verkrachting, Delhi belly, gevaarlijk en de ander met prachtig, gastvrij, spiritueel en zen. Ik had het je gezegd: even heel kort door de bocht.

Beide soorten reacties heb ik nu al zo vaak gekregen en elke keer raak ik weer geïrriteerd. Heel stom, hoef ik echt niet te doen, ik weet het, maar waarom dan toch? Mag iemand niet zijn of haar beeld bij iets hebben?
 
Daar kan ik natuurlijk geen “nee” op antwoorden (wat ik natuurlijk het liefst wel zou doen, want als jullie nu allemaal net zo zouden denken als ik zou het leven zo veel gemakkelijker zijn :-)). Ik houd alleen altijd zo van het hele plaatje. Ja, India is vies, gevaarlijk en agressief. En ja, India is prachtig, gastvrij en spiritueel. Als je beide kanten van het verhaal niet ziet, mis je de essentie, dan blijf je aan de oppervlakte.

Deze stomme irritatie heeft me heel lang afgehouden van iets waar ik heel blij van word: yoga en meditatie. Hoewel ik het in Nederland al had gedaan en wist dat het iets voor me was, vond ik al die Westerlingen die in India ineens massaal aan de yoga gingen een beetje stom. Zoooooo spiritueel India en Ik ben echt een ander mens. Ik daarentegen probeerde India te begrijpen, door gesprekken aan te gaan, de actualiteit in te duiken. En zag niet dat ik zelf deed wat ik anderen verweet; me focussen op één stuk en het andere te weinig aandacht geven.
 
Gelukkig wisten jullie allang dat ik niet perfect ben. En India begrijpen is me ook nog niet gelukt.
 
Een klein jaar doe ik nu aan Satyananda yoga en ik ben echt een ander mens ;-). Volgende week ga ik zelfs een stapje verder, ik ga me een weekend bekwamen in ‘De kunst van het leven’. Art of Living, een grote internationale organisatie, is in 1981 in Bangalore opgericht door Sri Sri Ravi Shankar. Inmiddels heeft het vestigingen in ruim 150 landen, ook in Nederland. Het hoofdkwartier, de ashram, zit nog steeds hier in de stad. Art of Living biedt verschillende programma’s aan, gebaseerd op yoga, meditatie en ademhalingstechnieken, waarmee ze een bijdrage wil leveren aan een stressvrije en geweldloze maatschappij. Nou, daar wil ik ook wel een bijdrage aan leveren!
 
In mijn groep zitten zo’n 40 tot 50 mensen, heb ik begrepen. Ik ben ontzettend benieuwd wat het me gaat brengen en wie de mensen zijn die ik ga ontmoeten. Ont-moeten. Niets moet, alles mag wat mij betreft, ik zie het wel gebeuren. En heb er zin in!

zaterdag 8 augustus 2015

Verslaafd aan het virus



Het is zaterdag en maandag begint ons laatste en derde (school)jaar in India. Wat vliegt de tijd. We hebben deze zomer al een beetje door NL rondgetoerd om te kijken waar we straks willen gaan wonen. Want er moet over een aantal maanden weer een huis worden gekocht. Een huis waar we dan voorlopig willen gaan wonen. Voor langere tijd. En ik krijg het een beetje benauwd.

Want hoewel ik niet persé langer in India hoef te blijven, ben ik nog niet klaar met de rest van de wereld. En hoe heerlijk ik Nederland ook vind, hoe veel ik ook houd van mijn familie en vrienden, de gedachte dat het na India voorlopig uit is met in het buitenland wonen vind ik eigenlijk helemaal niet leuk. Ik vrees dat ik besmet ben. Met het verhuisvirus, het buitenlandvirus, het expatvirus. Met al zijn ups en al zijn downs.

Gisteren beleefde ik die ups en downs even heel mooi binnen een paar minuten. Terwijl ik in de keuken broccoli stond te wassen barstte er een enorme regenbui los. Zo’n tropische, inclusief donder, die met bakken uit de hemel komt. En meteen gingen natuurlijk alle lampen uit in huis (en deden de magnetron, de wasmachine en de waterkoker het niet meer). Na een enkele minuut gingen ze weer aan om vervolgens nog een keer uit te gaan. Niets nieuws onder de zon, in sommige periodes van het jaar gebeurt dit meerdere keren per dag en soms wel urenlang. Ik liet de broccoli even voor wat ze was en liep de studeerkamer in, waar ik de strijkplank niet meer kon ontwaren door de achterlijk grote stapel strijkgoed die er op lag. Gelukkig zou de volgende dag Neeta komen, om de boel weg te strijken.

Stroomstoring hier en huishoudelijke hulp daar. Heel veel ongemak aan de ene kant en heel veel gemak aan de andere. Stroomuitval, internetstoringen, gemis van familie en vrienden, dingen die je niet snapt en nooit zult snappen, starende mensen, winkelpersoneel dat weinig weet, producten die altijd weer ‘out of stock’ zijn en enge beesten. Maar dus ook elke dag hulp in huis die voor je schoonmaakt, strijkt, kookt (zo vaak of weinig als je wilt), de mooiste reizen naar de gaafste bestemmingen, de bijzondere ontmoetingen, de dagelijkse verwondering, een straatbeeld dat nooit verveelt, het mooie weer (want ja, ook bij een stortbui blijft het lekker warm).

Kun je dit wegen, vroeg ik me af? Een plus en min lijstje maken? Van wat naar is en wat gaaf? Van wat pijn doet en wat zo mooi is? En dan beslissen of het wat voor je is, het expatleven? Ik weet het niet zeker, maar ik denk stiekem van niet. Je moet er vooral heel veel zin in hebben, volgens mij. Het diepe in willen duiken, zien wat er komt. En meer van het moois genieten dan een hekel hebben aan het lelijke. En ondanks het gemopper en het gemis, geniet ik meer van het moois dan dat ik een hekel heb aan al het lelijke.

En onze kinderen? Als ik zo naar de mannen luister, vrees ik dat we ze hebben aangestoken. Mijn grootste nachtmerrie: 3 zoons, later als ze groot zijn, op 3 verschillende continenten. Zou zomaar kunnen, zeiden ze laatst.

Ach, komt tijd komt raad. Ik heb nog een heel jaar, dus ik ga maar verdraaid hard genieten. Het leven gaat toch wel zijn eigen gang terwijl ik plannen maak...


woensdag 22 april 2015

Never take no for an answer

Als er iets is wat ik heb geleerd de afgelopen maanden, is het dat de woorden ja en nee hier een heel andere betekenis hebben dan ik altijd dacht. Ja betekent heel vaak ook gewoon nee. Of geen idee of dat hebben we niet. Maar omdat dat zaken zijn die men hier niet makkelijk zegt, zeggen ze gewoon ja.

Komt u morgen zeker terug om de boel te repareren? Ja.

Doet het internet het morgen weer? Ja.

Is er volgende week weer cola light in voorraad? Ja.

Inmiddels weet ik dat ook nee niet altijd betekent wat ik denk. Dus elke keer als ik een nee krijg, ga ik gewoon nog eventjes door.

Nee, u mag niet met de riksja door deze ingang! Wel, want dat doe ik al weken. Elke zaterdag en zondag voor de voetbaltraining. Dus kunt u nu alstublieft de slagbomen omhoog doen? Ok ok ok.

De stekker van de vaatwasser is doorgebrand, u moet een nieuwe. Kan dat vandaag? Nee, absoluut niet, dat wordt morgen. Dat gaat niet, want ik heb het vandaag nodig. Ok ok ok na 13 uur dan.

Heeft u ook van die mitella’s met zo’n zachte band in de nek? Nee, die hebben we hier niet. De dokter zei van wel, wilt u nog eens kijken, ze moeten er zijn. Ok ok ok (en even later....) Deze? Ja!

Liet ik me in het begin nog wel eens afschepen met een nee, tegenwoordig doe ik dat niet meer. En krijg ik vaak wel wat ik wil. Als ik een ja hoor, blijf ik echter nog steeds denken dat het ook de ja is die ik bedoel. Ander gezegd, ik blijf tegen beter weten in hopen dat het de ja is die ik bedoel. Omdat ik het zo graag wil. Echtgenoot A. kijkt me dan meestal een beetje meewarig aan.

Gelukkig snap ik nu dus een beetje hoe het hier werkt. Maarre.... zijn er ook culturele trainingen voor terugkerende expats om aangeleerd gedrag weer af te leren? Vrees dat ik er over ruim een jaar wel één nodig zal hebben.

woensdag 4 februari 2015

They are sweet ‘cause they are comfortable

Expatleven in India is zó dubbel. Ik geloof dat dit wel heel vaak terug komt in mijn beschrijvingen en het is ook precies dát wat deze ervaring zo ongelooflijk mooi en uitdagend maakt en tegelijkertijd soms zo gekmakend ingewikkeld.

We reizen wat af, maken nieuwe vrienden, beleven ontzettend veel, zien de mooiste dingen, ontmoeten de aardigste mensen, genieten van ons gezin en van het heerlijke weer. 

Tegelijkertijd is daar de frustratie van de stroom die telkens weer, dagelijks meerdere keren, uitvalt. Het internet dat instabiel is, de klusjesman die zegt te komen maar nooit komt, de winkels waar telkens weer van alles “out of stock” is. De omslachtigheid van veel procedures en de manier van denken die zo anders is dan de mijne. En de mijne is natuurlijk veel beter en handiger ;-).

Vorige week had ik na 3 uur en 3 verschillende adresjes eindelijk een USB data card weten te bemachtigen. Hier fiets je niet even naar de Appie of de Hema voor een simcard, maar moet je kopieën van je paspoort, je visum, je FRRO papieren (vreemdelingenpolitie) en een pasfoto overhandigen. Maar hé, de data card werd in de winkel al geactiveerd en ik whappte nog blij naar een paar vriendinnen in NL dat ik niet eens heel boos was geworden van al die kastjes naar de muur, dat ik nog kon lachen en dat geen 1.000 zelfhulpboeken op kunnen tegen een paar maanden India. Je leert jezelf hier wel kennen. En ik leek toch echt wat geduldiger en wijzer te zijn geworden de laatste tijd.

Toen de data card het thuis niet bleek te doen en de meneer van de winkel mijn telefoontjes gewoon wegdrukte, vervolgens niet eens meer opnam en ook mijn sms-jes niet beantwoordde, bleek dat laatste helaas niet het geval te zijn.

Een paar dagen later ging ik lunchen met een stuk of 10 vrouwen, waarvan ik er een paar kende en een boel ook niet. Hartstikke leuk gezelfschap en lekker eten, we hebben veel gelachen en op de terugweg zette ik 3 Zweedse vrouwen bij onze compound af om zelf door te rijden naar de USB data card verkoper om dat ding aan de praat te krijgen (wat by the way is gelukt. Jeuj!!). De vrouwen stapten uit en ik vroeg aan onze chauffeur of hij had gehoord dat zij uit een ander land kwamen dan ik. Nee, dat had hij niet gehoord. Ik vertelde dat ik het zulke ontzettend leuke vrouwen vond en dat ik eigenlijk alleen maar aardige Zweedse mensen ken (lucky me). Is it a rich country? vroeg hij me. Uh.... ja, Zweden is wel een rijk land ja. Hij moest lachen. All rich are sweet, zei hij. Ik lachte mee. ‘Cause they are comfortable. En daar kreeg hij me toch even stil. Ja, hoe makkelijk is het om aardig te zijn als je altijd genoeg te eten hebt. Als je tijd en geld hebt om op een gewone maandagmiddag te kunnen lunchen. Als je je nooit zorgen hoeft te maken of je de school van je kinderen nog wel kunt betalen. Of de doktersrekening. They are sweet ‘cause they are comfortable.

Ik ben comfortable. En toch ben ik niet altijd sweet. Niet tegen de internet man als ik bel dat het niet goed werkt en ik voor de tigste keer hetzelfde verhaal moet vertellen. Niet tegen de inpakker in de supermarkt die de chips onderin de tas legt en dan begint te stapelen. Niet tegen de douane man die zegt dat we de verkeerde immigratiepapiertjes hebben ingevuld, maar die de goede papiertjes niet heeft. En daarna ook niet altijd tegen man en kinderen om heel eerlijk te zijn. 

Zweeds K. had tijdens de lunch een prachtig armbandje om. Een zilveren bandje met daarin laugh gegraveerd. Gekregen van haar volwassen kinderen die dachten dat zij dat in India soms nodig had J. Ik heb daarna mijn lieve vriendin M. – die prachtige armbandjes maakt – gevraagd om een armbandje voor mij te maken. Met daarin ook het woord laugh verwerkt, zodat ik dat niet meer vergeet. Sweet in stead of bitter. Er komen nog wat meer woorden aan dat armbandje te hangen, woorden die ik me ook dagelijks wil herinneren. Omdat het mijn en het leven van de mensen om me heen misschien een tikkeltje sweeter kan maken. 

Een paar jaar India. Daar kan echt geen zelfhulpboek tegenop J.

dinsdag 13 januari 2015

Wij zijn niet de norm

Vanochtend bij de schoolbus-stop sprak ik met Zweeds moeder K. We hadden het over de kapper, de infrastructuur in de stad, de school, onze toekomst in India en nog veel meer (en dat allemaal in 10 minuten – dat kunnen wij moeders J) en we kwamen voor de zoveelste keer tot de conclusie dat werkelijk álles in India anders is dan in onze landen.

Zolang je in Nederland woont (dat is althans mijn ervaring) vind je alles daar “gewoon”, de standaard. En pas in het buitenland kom je erachter dat de manier waarop wij dingen in Nederland doen helemaal niet persé zo gewoon is. Ik herinner me een gebeurtenis uit onze Polen tijd: ik vertelde op school aan een stel andere moeders wat lacherig over een recent doktersbezoek. Dat ik met een kilometerslang medicijnrecept de deur uit was gelopen en dat de arts de waterwratjes bij mijn toen 3-jarige zoon wilde uitlepelen. Eén voor één, een heel pijnlijke bedoening. Voor waterwratjes die nota bene uiteindelijk altijd vanzelf verdwijnen! Wat een onzin allemaal!

En ik weet nog goed dat ik door al die andere vrouwen (waarvan er geen één uit NL kwam) werd aangekeken en dat de een vertelde dat ze dat wel had laten doen bij haar dochter. En dat ze haar ook had laten inenten voor waterpokken. En hoezo lange recepten? vroeg de ander. Dat is toch heel normaal als je naar de dokter gaat? Dat het advies in Nederland vaak ook “gewoon uitzieken, niets ernstigs” kan zijn, dat was pas raar.

En dat was de eerste keer dat ik heel erg bewust dacht: Ooooh, soms zijn wij dus die rare uitzondering. Terwijl ik dacht de norm te zijn. Call me crazy, maar dat was echt even een kleine openbaring voor mij.

Terug naar India. Waar niet sommige dingen anders zijn, maar echt álles anders is dan in ons koude kikkerlandje. Het weer, het eten, de dagindeling. Het doktersbezoek (hier sms ik gewoon met een specialist, héél handig) en het verkeer. En ook – nog veel ingrijpender – de manier van denken en van in het leven staan, de tradities en gewoontes, de humor ook. Dingen die je niet altijd ziet aan de buitenkant, maar die wel heel veel bepalen.

En dat vind ik dit toch wel één van de mooiste geschenken van in het buitenland wonen. Het zien, het beleven, het bewust worden van. Dat je als mens zó ontzettend bepaald wordt door de cultuur en het land waarin je opgroeit. En dat wij dus niet persé de norm zijn. Dat heel veel mensen het anders doen. En dat die dát dan weer heel normaal vinden. 

woensdag 7 januari 2015

Zingen door yoga

Een hele tijd geleden, nog in Nederland, heb ik zanglessen genomen. Niet om uiteindelijk te kunnen zingen als Maria Carey of Adele, maar om iets van geluid te kunnen voort brengen zonder dat het pijn aan je oren doet. Ik zing namelijk vals. Errug vals. En vond het vervelend dat ik nooit eens uit volle borst durfde te zingen. Bij verjaardagsfeestjes stond ik meestal ergens achteraan te playbacken. En dat wilde ik niet meer.

De zanglerares vond het wel een beetje een raadsel. De meeste mensen die niet durven te zingen, zijn in haar ervaring in het algemeen wat angstig om zich uit te spreken. Maar daar heb ik niet zoveel last van. Durf best een vergadering voor te zitten, een training te geven, mijn mening te laten horen. Maar hardop serieus zingen… nee dat niet. En hoewel ik al neuriënd tot behoorlijk hoogtes kwam en dus een flink bereik heb (mijn zangstem zelf is erg laag), klonken de hoge gezongen tonen toch wel erg beroerd. Werk aan de winkel!

Een paar maanden later, na wat afgezegde afspraken van zowel haar als mijn kant, verwaterde het contact en stopte dit avontuur. Zingen kon ik nog steeds niet.

Een tijdje geleden, eind november, ben ik met yoga begonnen. Drie keer per week 1,5 uur Satyananda yoga. Ik vind het heerlijk. De les start en eindigt met het chanten van mantra’s. Ik ken ze nog niet allemaal, maar de gewone Om en de Om Shanti gaan wel. De eerste keren voelde ik me een beetje ongemakkelijk. Zit je daar in een zaal met allemaal mensen die je niet kent, hardop te chanten. En ademhalingsoefeningen te doen, snuivend, neuriënd en met keelgeluiden. Beetje raar wel.

Maar weet je? In de yoga is eigenlijk niets raar. Het gaat helemaal niet om hoe je klinkt of hoe het eruit ziet. Het gaat om bewustwording, het naar binnen keren, het gebruik van je ademhaling. Om het voelen van en luisteren naar je lijf en het te bevrienden, zoals mijn yogalerares vanochtend zo mooi zei. Don’t fight with your body, don’t tell it how it should be or should work. Make friends with it. Allow it to do what it is capable of. Let your mind help your body. Het is geen competitie, de oefeningen hoeven niet mooi te zijn, je lijf niet net zo lenig of sterk als dat van anderen (of liever nog: net iets leniger of sterker).

En hoe langer ik bezig ben, hoe harder ik mee chant, ademhaal, neurie en snuif. Ik hoor stemmen om me heen, sommige laag brommend, sommige wat wankel, andere ferm of melodieus. En ik gooi daar mijn eigen stem doorheen, gewoon zoals die is. Ommmmmm.

Laat ik nou ook maar eens stoppen met zo hard te proberen om mooi of goed te zingen. En gewoon simpelweg gáán zingen. I’ll make friends with my body, with my voice and let my mind help them to do what they are capable of.

Jullie zullen het resultaat vast wel eens ergens horen J.