vrijdag 19 juli 2013

Leuker kunnen we het niet maken (en makkelijker ook niet)

Ik wist het, ik wist het. Éven de Belastingdienst bellen, dat gaat niet. Da’s een contradictio in terminis. Want je krijgt nooit meteen de persoon aan de lijn die het antwoord op je vraag weet. En de collega weet het ook niet. En de volgende stuurt je door naar een andere instantie en daar verwijzen ze je weer terug naar de Belastingdienst. Zucht.

Als zelfstandig loopbaanadviseur zal ik in India niet snel aan de bak komen, dat snap ik. Een werkvergunning krijg ik niet. Maar in India vanuit huis werken voor een Nederlandse werkgever, dat zou toch moeten kunnen? Een workshop schrijven of productbeschrijvingen maken…. “Goh, laat ik de Belastingdienst eens bellen over hoe ik dat moet regelen”, dacht ik begin deze week nog heel optimistisch. Want ik ben zo’n brave borst die alles volgens de boekjes wil doen.

Medewerker 1 vertelde me dat hij daar niets over kon zeggen. “Of u dan belasting moet betalen, dat weet ik niet”. Ja, duh! Met wie belde ik ook weer? Met de BELASTINGDIENST! Volgens deze slimmerd moest ik achtereenvolgens met de afdeling inkomstenbelasting, de afdeling omzetbelasting en dan met nóg een afdeling bellen. Ja, daar word ik natuurlijk een beetje chagrijnig van. Ik kan toch niet de eerste zijn met deze vraag? Op mijn suggestie dat dit toch veel makkelijker en efficiënter geregeld kon worden, bij 1 centraal loket voor mensen die in het buitenland gaan wonen, ging hij niet in. Toen ik vervolgens nog een andere héél goede suggestie had (en die ging vooral over de klantvriendelijkheid van meneer zelf) zei hij letterlijk “Ik denk dat ik met deze tip maar niets ga doen”. “Dat had ik ook niet verwacht, meneer”. 

Medewerker 2, van de inkomstenbelasting, wist ook niets meer te vertellen. Maar er was hoop: er bleek wel degelijk een afdeling te zijn voor grensoverschrijdende werkers. Die moest ik maar eens bellen.

Medewerker 3 daar verwees me naar medewerker 4, die me vertelde dat ik straks, als niet meer inwoner van Nederland, belastingtechnisch niets meer te maken heb Nederland. En dat ik maar eens met de Nederlandse ambassade in India moest bellen.

En je raadt het al: die verwezen me weer terug naar de Belastingdienst in Nederland.


Dit was klusje 3 van de lijst met 100.000 dingen om te regelen. Ik geloof dat ik de komende weken nog wel nodig heb….

donderdag 11 juli 2013

Suicidal driver

“Als we nou eens 24 uur lang alle wegen in de stad zouden afsluiten en er alleen Duitsers en Nederlanders zouden laten rijden, zou het verkeer dan beter doorstromen of is deze Indiase chaos dé manier om al deze mensen vervoerd te krijgen?”

Een vraag van echtgenoot A., waar ik werkelijk het antwoord niet op weet. Ik zit met stomheid geslagen op de achterbank van de taxi en ben blij dat ik achterin zit en dus geen vol zicht heb op wat zich voor mij afspeelt. Met dichtgeknepen billen denk ik steeds "Dat kán niet! Dat pást niet!” en steeds blijkt het toch weer te kunnen en toch net te passen. Taxi’s, auto’s, scooters, bussen, voetgangers en koeien, allemaal op dezelfde weg waar geen rijbanen zijn en ook geen regels. Ja eentje: vooral veel van baan wisselen en jezelf overal tussenproppen, zo hard en zo vaak toeterend als je kunt.

Ik krijg de slappe lach van de verkeersborden langs de weg: “don’t blow the horn” en “don’t overtake”. En ben blij dat de gemiddelde snelheid niet veel hoger is dan 40 km per uur.

Onze chauffeur voor de eerste week maakt er een sport van. Al boerend wurmt hij zich door het verkeer, een enkele keer raakt hij het been van een scooterrijder. Het raampje gaat open, er wordt flink heen en weer gesnauwd en dan rijden we weer.

De auto riksja is niet veel beter. Hele families laten zich erdoor rondrijden, het lijkt altijd goed te gaan, dus als we op een gegeven moment in de binnenstad even niet meer weten waar we zijn, besluiten wij er ook aan te geloven. De moessonregen valt met bakken uit de lucht en we hebben nog een kwartier om op de afgesproken plek te komen (nota bene om ons door onze taxichauffeur op te laten pikken) en dus doen we wat al die andere Westerse toeristen doen: we laten ons afzetten en worden voor veel te veel roepies in de riksja vervoerd.

Geen gek alternatief, maar een auto voelt wel een stukje veiliger. En het eerste wat we gaan doen als we straks onze lease auto met vaste chauffeur krijgen (zelf rijden is in deze stad geen optie), is een paar mooie huisregels afspreken:

-      safety first
-      we are never in a hurry
-      and don’t burp at any time




Vrouwendingetje

Hoe ongemakkelijk kun je je voelen? In een land waar je de regels en gewoonten niet kent, waar je niemand voor het hoofd wilt stoten, maar dat vast en zeker ongewild doet? Waar je je tussen al die gracieuze vrouwen sowieso al een groot Hollands postpaard voelt?

Voor ik de eerste keer naar India afreisde, had ik op internet al het een en ander opgezocht over de kledingmores van dit verre en exotische land. Redelijk triviaal dit probleem, ik weet het, maar toch ineens van wezenlijk belang. Hoe zorg ik ervoor dat ik niet de hele dag aangestaard word en niemand beledig, maar wel een beetje, zeg maar, appetijtelijk voor de dag kom?

Blote schouders blijken not done, een blote buik mag weer wel. Enkels het liefst onzichtbaar. Of geldt dat alleen voor de Indiase vrouwen en moeten voornamelijk de bovenbenen uit het zicht blijven? Mag strakke kleding nou wel, als het alles bedekt of is dat weer te sexy?

De Nederlandse vrouwen die daar al een tijdje wonen en die ik bestook met dit soort gewichtige vragen zien het allemaal anders. Van “Ik doe altijd gewoon een korte broek aan hoor” tot “Als ik de woonwijk uitga doe ik altijd wel een lange broek aan, anders kijken die mannen zo” en “Joh, gewoon je jurkjes aandoen, ze houden wel van borsten kijken, maar laat ze lekker genieten”. Ojee….wat moet ik nou toch??

En dan ben ik gearriveerd (met zowel jurkjes als lange broeken als hemdjes als blouses als colbertjes als vestjes, je kunt maar beter té goed voorbereid zijn tenslotte) en zie ik eigenlijk nauwelijks een bloot been. Alleen op de gated communities, bij de expatvrouwen. Ook zie ik weinig lichaamsvormen. Want hoe mooi de Indiase vrouwen ook zijn, hoe vrouwelijk ook hun kleding, hun vormen zijn nergens te ontdekken. Dus dat Indiase mannen graag naar een stel pronte borsten kijken, dat snap ik dan weer best. Ik weet alleen nog niet of dat die van mij moeten zijn….

Ik ga er maar van uit dat dit in de loop van de tijd wel wat makkelijker gaat worden. Dat ik ga snappen wat wel en wat not done is. Dat ik vast nog wel eens een blunder ga maken, maar hé, de intentie is goed.

En tot die tijd verkleed ik me gewoon 19 keer voor ik uit eten ga om met iets heel behoudends de deur uit te lopen. Dat sexy jurkje doe ik voorlopig in Nederland wel weer aan.




India of all places

Een vrijdagavond, begin april, uurtje of 10 ’s avonds. Heerlijk op de bank met een glas wijn, oudste zoon W. is net naar bed. En toen kwam tie, totaal onverwacht: “Ik heb vandaag wel een bijzonder gesprek met L. gehad”. L. is de leidinggevende van echtgenoot A. en ik vraag nog heel naïef: “Goh, vertel…”.

Of we dus voor een aantal jaren naar India willen, voor het werk. Naar Bangalore. Índia of all places! Weet hij wel dat daar vrouwen verkracht worden? Dat dat heel erg ver weg is? Met heel veel armoe en enge ziektes? En dat we de wereld van de jongens op zijn kop gaan zetten? En weet ik veel wat allemaal nog meer?

Echtgenoot A. laat me uitrazen en voor ik het weet zit ik te googelen. Op ‘wonen in Bangalore’ en ‘expats in Bangalore’ en ‘international schools in Bangalore’. En heel diep van binnen, ergens ver verstopt onder alle vragen en tegenwerpingen, twijfels en zorgen, begint al een klein zaadje te groeien. Een zaadje van verlangen. En achteraf, na weken praten en informatie inwinnen en onzekerheden, was dat het moment al dat ik onbewust besloot dat het wat mij betreft door zou gaan. Dat we gewoon de ogen dicht zouden doen en springen. Want waarom zou je in hemelsnaam zo’n kans laten lopen?

Drie jaar lang in de tropen wonen, totaal buiten onze comfort zones, in contact komen met een cultuur waar we helemaal niets van snappen. Waar de tegenstellingen tussen arm en rijk zo enorm groot zijn, waar de natuur prachtig, het verkeer gekmakend en de tradities eeuwenoud zijn. Waar we vol van ervaringen en verhalen van terug zullen komen.

Bijna 2 maanden later wordt het definitief: de baan gaat door en echtgenoot A. heeft ja gezegd. India, here we come!