maandag 17 november 2014

Kleurrijke avonden

Eén van de avonden in Polen die me altijd zal bijblijven, is de avond van de wijnproeverij bij vrienden thuis. T. is Duitser, heeft een neef die in de wijnen werkt en had een paar flessen meegenomen naar Poznań. Zijn vrouw P. had voor ons gekookt. Ons, dat waren 3 Duitsers, een Tsjechische, een Finse, een Rus en 2 Nederlanders (echtgenoot A. en ik).

Van het eten weet ik niet meer zoveel, van de wijn vooral dat het veel was. Maar wat ik me altijd zal herinneren is die gave sfeer, die gesprekken tussen mensen met zulke verschillende achtergronden en geschiedenissen (de Rus en de Tsjechische waren natuurlijk opgegroeid onder het communisme, iets wat ik me meestal niet realiseerde), die uitdagende discussies en dat gevoel van spannend, anders, nieuw en toch ook eensgezind. Terug in Nederland vroegen mensen mij wel eens wat ik nou het meest miste van onze Polen tijd. Nou, dat soort avonden dus.

Zaterdagavond hadden we er weer zo eentje te pakken. Met een verjaardag en een trouwdag de week ervoor hadden we iets te vieren vonden echtgenoot A. en ik en dat werd een avond bij ons thuis met eten, drinken en vrienden. Uit alle hoeken van de wereld: Indiërs, Nederlanders, een Duitser, Zweden, Amerikanen, een Koreaanse en een Italiaanse. En toen ik zondag een beetje lag na te genieten van die ontzettend gezellige avond, realiseerde ik me dat dit voor mij weer zo’n bijzondere avond was. Zoveel talen, zoveel geschiedenissen, culturen, tradities in één kamer bijeen. Zoveel nieuw en anders en tegelijkertijd ook zoveel openheid en herkenning. Dit wordt weer een herinnering voor in het doosje “Wat ik mis als ik in NL woon”.

En als we over een tijd dan ook daadwerkelijk weer naar Nederland verhuizen, hebben we andere mooie en prachtige feestjes. Met familie en met vrienden die ik al het grootste deel van mijn leven ken, met wie ik veel heb meegemaakt, die mij door en door kennen, met wie ik al zoveel lol heb gehad en die er in goede en slechte tijden zijn. Daar kan werkelijk niets tegenop, dat realiseer ik me heel goed. En die mis ik ook.

Maar die spannende avonden, met mensen die ik nog niet heel goed ken, die me meenemen naar ervaringen die ik nooit heb gehad, die me in een andere taal laten spreken waardoor ik nét even iets langer moet nadenken voor ik wat zeg….. mán, wat kan ik daar van genieten.

zondag 2 november 2014

De operatiekamer

Waar zal ik eens beginnen? Dit wordt een heel lange blog, over hilarische toestanden en een heel goede chirurg. Het was ook een heel lange ochtend, vrijdag in het ziekenhuis…

Sinds ik een jaar of 20 ben laat ik met regelmaat moedervlekken controleren en weghalen. Uit voorzorg en het was eigenlijk altijd goed. Tot er 1,5 jaar geleden één werd verwijderd die een akelige rotzak zou zijn geworden als hij was blijven zitten. Gelukkig is hij weg, helemaal op tijd en zonder dat ik er iets aan over houd. Maar hierdoor laat ik mij nu wel elk half jaar van top tot teen nakijken, helemaal nu we in dit tropische klimaat wonen. Onlangs had ik mijn derde check bij de dermatoloog in Bangalore en zowel zij als ik zijn van het motto “beter 10 teveel verwijderen dan 1 te weinig”. Er moesten dus weer 3 moedervlekjes aan geloven. Eergisteren was het zover.

In NL werden ze meestal verwijderd door de huisarts, een enkele keer door de dermatoloog. Hier werd ik doorgestuurd naar de plastisch chirurg. Ook goed. Ik moest er iets voor 8:30 uur zijn, kon ik mooi als eerste geholpen worden. Ik was er (uiteraard) ruim op tijd en iets na 8:30 mocht ik meelopen met een heel vriendelijke mevrouw om me uit te kleden. “Alleen het shirt denk ik he? Ze moeten bij mijn rug en bovenarm zijn, kunnen ze prima bij.” Neeeee, bijna alles moest uit en ik kreeg een mooi gestreepte ziekenhuis pyjama aan.  Ik zou straks namelijk naar een steriele operatiekamer gaan. Terwijl ik in mijn pyjama zat te wachten kwam er een jong meisje met een zwabber nieuwsgierig de kamer in kijken, een beetje om mijn voeten heen zwabberen en weg was ze weer…

De mevrouw kwam terug, mijn oorbellen moesten uit en oh ja, de nagellak moest ook van mijn teennagels. “Waarom in hemelsnaam?” Nou, u gaat straks naar een steriele operatiekamer …. De mevrouw haalde wat aceton en begon te boenen. Wat niet helemaal goed lukte, we zijn 10 minuten bezig geweest met zijn 2-en, zij met mijn rechtervoet, ik met mijn linker. “Dat moet heel dure nagellak zijn geweest!” Nou nee eigenlijk, gewoon van de Hema….  Uiteindelijk was het er (redelijk) af, mijn tas ging achter slot en grendel in een kast en ik mocht mee met een andere mevrouw. Oh nee, de trouwring was nog om! Sleutel van de kast zoeken, kast open, geen tas, help, andere kast zeker, in welke kast dan, sleutel zoeken, ja daar is hij! Trouwring in de tas en nu was ik echt klaar. Ik begon al naar de lift te lopen. Maar dat was niet de bedoeling, er stond een rolstoel voor me klaar. Een rolstoel! “No no no, I can walk”. “No no no you have to sit”. Ach, wat kon het mij ook schelen ….. Toen ik zat bleek ik nog klemmetjes in mijn haren te hebben die ook echt uit moesten en daar gingen we. Picture this: ik met mijn haar alle kanten op (want het had opgestoken gezeten), in een ziekenhuispyjama en met blote voeten in een rolstoel. Ik verzeker je, ik heb er wel eens beter uit gezien…

Boven werd ik in een kamer op een ziekenhuisbed gelegd, wachtend tot ik de operatiekamer in mocht. Naast mij kwamen een vrouw met een hoofdwond en een man met een infuus liggen. Heb er een hele tijd liggen wachten zonder dat iemand van de vele assistenten wat kwam uitleggen. Gaf niks, ik wist toch dat het antwoord op mijn vragen “Hoe lang gaat het nog duren?” en “Waarom lig ik hier nu nog” niet echt bevredigend zou zijn. Wel werd er vriendelijk naar me gelachen. Heb een beetje voor me uit liggen hummen, de chirurg kwam nog even een handje schudden en na 40 minuten werd ik (inmiddels ook met een haarnetje op) de operatiekamer ingereden. Let wel, dit gaat nog steeds over een ingreep die ik in NL bij de huisarts doe.

Maar toen. Dokter Kapitein Anantheswar. Ja, hij heeft in het leger gezeten en zo ziet hij er ook uit. Fiere en rechte houding, slank van postuur, grote snor. Hoofd van de afdeling plastische chirurgie. In India betekent dat (in mijn ervaring) dat hij nogal wat aanzien heeft, dat goed laat merken en daar ook flink van geniet. Niet Dokter Kapitein Anantheswar. Hij was de vriendelijkheid zelve. Naar mij toe en naar alle assistenten in de kamer. Nadat hij me op de tafel had geholpen zei hij “Best een beetje fris hier he?” en hij liet een deken aanrukken die over me heen werd gelegd. “Ik heb de airco ook wat lager gezet”. Fijn! Hij legde steeds uit wat hij ging doen, zette de verdovingen (die ik ken als gemeen pijnlijk) bijna zonder dat ik er iets van voelde en legde bij elke stap die hij deed heel rustig en vriendelijk aan zijn twee assistenten uit wat hij deed en waarom. Hulde! Chapeau! Het ging zo kalm en sereen dat ik bijna in slaap viel.

Na mijn rug was de arm aan de beurt, ik moest me omdraaien, mijn arm ging rechtuit op een tafeltje en toen volgde er een heel grappig gesprek. “Kijk, je ziet alle aders”. “Ja, zij hebben zo’n andere huid dan wij! Die van ons is dik en vettig, die van hen niet.” Zo grappig om daar te liggen en één van die anderen te zijn. “Zij krijgen ook al heel vroeg rimpels”. Dat was het moment dat ik me er toch maar mee begon te bemoeien. “En bedankt!” Ja, legde hij geduldig uit, als Indiërs 25 zijn, hebben ze een zachte, vette huid. Als ze 50 zijn nog steeds. Wij Kaukasiërs niet. Op ons 25e zien we er nog glad uit, maar daarna en zeker vanaf een jaar of 30, 35 beginnen we flink te rimpelen. Tja, daar had hij wel een punt. Volgens mij was ik de eerste witte Europeaan die de assistenten ooit op de operatietafel hadden gehad, ze vonden het machtig interessant.

Nadat ik klaar was werd me verteld wat ik aan recepten mee zou krijgen: pijnstillers, zalf en antibiotica. Deze laatste uit voorzorg. Dat ik die niet wilde vond de assistent heel erg ongemakkelijk. Hij keek de chirurg aan wat hij toch aan moest met deze rare dame. De chirurg knikte hem vaderlijk toe. Was goed hoor, hoefde niet persé.  Ik werd de operatiekamer uit gereden, in de rolstoel naar beneden gebracht, heb daar nog even met de chirurg gepraat en afgesproken wanneer de hechtingen eruit gehaald worden. 

En toen. Toen moest ik nog betalen voor de ingreep en mijn stukjes lijf naar het lab brengen. Ik kreeg een meisje mee dat de 3 potjes duidelijk zichtbaar voor zich uit droeg, als een soort trofee. Eerst naar de kassa en toen naar de lab afdeling. Waar ze uiteraard niet bij de rij aansloot maar meteen naar de balie liep en de potjes pontificaal op de balie zette. Iedereen keek met grote ogen naar wat daar in dreef. Gatver! Dat had toch wel een beetje subtieler gekund? Maar blijkbaar was ik de enige die daar moeite mee had. Weer betalen, nu voor het lab onderzoek en toen naar de mevrouw die de potjes van een sticker met mijn naam voorzag. Heb toch maar even gewacht tot ik de stickers echt op de potjes zag zitten en hoefde vervolgens alleen nog langs de apotheek.

En toen was ik er ook wel klaar mee. Was ruim 4 uur in het ziekenhuis geweest voor een paar kleine ingrepen. Maar heb de hele tijd gedacht “Mán wat een mooi materiaal voor een blog”. Hoe moet dat toch, als we straks weer in Nederland wonen….. 

zondag 12 oktober 2014

Ayurveda

Een van mijn beste vriendinnen kwam me opzoeken in Bangalore en wat wilde ik haar graag alles laten zien! Alles, van het gewone dagelijkse leven tot aan de vieste smerigheid tot aan de grootste luxe. Alleen, we hadden maar 5 dagen….

Een heleboel daarvan is toch gelukt: hoewel we op dinsdagochtend na een lange lange vlucht pas om 03.00 uur onze bedjes in rolden, zaten we om 9.15 alweer in de auto naar de sloppenwijk. Hoppatee, zó vanuit Nederland het vieze deel van India in. En terwijl ik Engelse les gaf (she is a girl, he is a man, it is a pencil) werd vriendin M. met nog een aantal Duitsers door de wijk rondgeleid. Daarna even koffie gedronken en napraat met I. en F. en een lome lunch. Dag 2 en 3 gingen naar vieze markten (mán wat een blubber zo in de moessontijd), gekke tempels, mooie winkels (heb inmiddels voor mijn hele leven genoeg sjaals) en heerlijke lunch- en koffieplekjes. En dag 5 naar school, een ritje op de motor voor M. en een gezellige borrel van de Dutch Club.

En ergens middenin dit geweld, op dag 4, hadden we een relaxdag geboekt in een ayurvedisch wellness resort. Ik weet een beetje van de ayurvedische gezondheidszorg af en een combinatie van een doktersconsult, een symmetrische massage (waarbij ze dus met zijn 2-en tegelijk met je bezig zijn), een ademhalingssessie, een yogasessie en een meditatiesessie (inclusief lunch en diner) leek me wel wat. En ik was ook wel nieuwsgierig naar mijn dosha type. Vriendin M. gaf ik de keuze tussen een relaxte massage in een mooie Spa bij ons op de hoek en deze ayurvedische belevenis waarvan ik ook nog niet wist hoe het zou gaan. M. ging dapper voor de Indiase ervaring…

En ik vond het heerlijk. De ontmoeting met de arts was er één van echt contact, heel bijzonder, warm en persoonlijk. Ik was er een beetje beduusd van. De ademhalingsoefeningen waren fijn, de meditatie was heerlijk en het eten erg lekker. Maar tja, die massage en die yoga….. Vriendin K. hier in Bangalore omschreef de massage als een stel ruitenwissers dat over je lichaam gaat. En dat was precies wat het was! Lange halen heen en weer, terwijl ik op een bedje midden in een plas olie glibberde. Het was niet vervelend (hoewel een massage in een Spa honderd keer fijner is), ik was vooral bang dat ik van de bank zou kieperen. Flop flop flop ging het, van boven naar beneden, over het hele lijf. En dat kleine papieren broekje dat ik aan mocht ging gewoon uit toen ik eenmaal op mijn zij moest gaan liggen. Heb nog nooit zó bloot in zoveel olie rondgesparteld. En toen ik daarna in een houten kast mocht gaan zitten om te stomen (ja echt, zo ééntje waar alleen je hoofd bovenuit steekt en waar mijn lange Nederlandse benen ternauwernood in pasten) kreeg ik een visioen van een wel heel mooie Selfie. Jammer voor jullie dat dat niet ging.

Vervolgens na de lunch de yoga. Nu weten de mensen die mij kennen wel dat ik erg stijf ben en dat ik alleen sport omdat het moet. Vriendin M. daarentegen is zo lenig als wat en heeft vroeger op nationaal niveau gesport. Daar gingen we, yoga oefeningen, stretchen was het eigenlijk, wat door de leraar steevast als “stich” werd uitgesproken. Hij begeleidde de oefeningen met de uithalen “inhaaaaaale, exhaaaaale” en “breath iiiiiiiiiiiiiiiiiiin, breath ououououout” en dat was ook het enige dat te verstaan was. We deden hem verder maar gewoon een beetje na. Normaal gesproken kan ik mijn tenen niet aanraken met gestrekte knieën, maar bij hem wel. Hij duwde gewoon heel langzaam door. Steeds een stukje verder.  Ook toen ik mijn been in mijn nek had liggen. Of bij M. in haar oksel. Ik weet niet meer wat alle standjes waren, maar het waren er veel en ze waren niet makkelijk en deden flink pijn. En waar hij bij M. steeds blij verheugd riep “Very good! Very good” bleef hij bij mij akelig stil. Je hoorde alleen mijn gekreun en gesteun en mijn zielige stemmetje “Please stop stop stop!”.

Toch kan ik het iedereen aanraden. Die massage, ach, die zal wel ergens goed voor zijn en ik ken weinig mensen zo stijf als ik, dus die yoga is ook wel te doen. De rest was super. Vond ik. Voor M. was het eens maar nooit meer, niet haar cup of tea zeg maar, al was het ook voor haar een belevenis die je een keer moet hebben meegemaakt in India. Maar na de meditatie sessie en het diner zei ze al snel “Kom op, we gaan naar huis, wijn drinken”. En dat hebben we toen maar gedaan J.

maandag 22 september 2014

De Nederlandse moeder

Een aantal weken geleden hadden we een lunch met de ouders (lees: moeders) van Grade 6. Gewoon informeel, georganiseerd door de klassenmoeders, om elkaar te leren kennen. We waren met 10 moeders, waarvan 1 uit Amerika (getrouwd met een Indiër en al lang woonachtig in India), een Franse, 7 Indiase en ik. De Nederlandse moeder.

Na wat gezellig heen en weer kletsen kwamen we natuurlijk al snel over school te praten. Over de dingen die niet lekker lopen, de verschillende vakken, de leraren en de eerstvolgende examens. En jongens, wat voelde ik me ineens een Nederlandse moeder. Een moeder met de instelling “als mijn kind het prima alleen kan, waarom zou ik dan helpen met zijn huiswerk” en “zolang alles goed gaat, hoef ik niet alles te weten”. Ik help graag als het nodig is, begrijp me niet verkeerd, maar zo niet: nog beter. Ik weet werkelijk niet de exacte inhoud van alle vakken die ze hebben, wat het huiswerk is dat ze elke week krijgen en wie nou precies welke leraar is. En daar was ik dus de enige in. Alle moeders zaten elke middag naast hun kind en wisten alles. Oeps.

Vorige week hadden we vergadering van de PAC (Parent Advisory Committee) met alle klassenouders (ik ben samen met een andere moeder klassenmoeder van Grade 3). Naast een Amerikaanse en een Franse (niet dezelfde als hierboven overigens) waren er alleen Indiase ouders. En ik. En wij snappen elkaar niet zo goed als het om vergaderen gaat. Er werd veel gepraat - vaak door elkaar heen - en voor mij was een heleboel onduidelijk. Ik houd van lijstjes en afspraken en afvinken enzo. Lineair werken. Dat gaat hier net even anders…

Een voorbeeld: er is voor elke Grade een yahoo group, waar ouders hun mening, klachten, zorgen en aanbevelingen kunnen ventileren. Als klassenouder moet ik in de gaten houden wat er op staat. Ik hoef het niet door te geven aan de PAC, die lezen zelf mee. Maar als het belangrijk is, moet ik wel een seintje geven, bleek tijdens de vergadering ineens. Hé, wat wil je nou dat ik doe? Wel of niet doorgeven? En wanneer is het dan belangrijk genoeg? En wanneer pakken jullie het zelf op? Wat is mijn verantwoordelijkheid eigenlijk? En waarom zouden we dingen dubbel doen? Tjak tjak tjak. Subtiliteit is niet mijn sterkste kant helaas.

Er werd glazig naar me gekeken, de Amerikaanse aan de overkant kreeg stiekem de slappe lach en ik kreeg ineens een brain wave. Oooooh! Dít is het dus waar echtgenoot A. het vaak over heeft. Dat er tijdens een meeting van alles door elkaar heen gebeurt. Dat het niet altijd duidelijk is wat er nou besloten is. Dat het aan het eind van een vergadering dan ook lastig is om een duidelijke en beknopte samenvatting te geven, of een actielijst. Ik ben achterover gaan hangen en heb alleen nog zitten luisteren. En heb bedacht dat het wel goed komt. Toen aan het eind van de vergadering echt iedereen door elkaar begon te praten, was de vergadering blijkbaar afgelopen. Ik ben met een giechel in mijn buik vertrokken. Mijn eerste Indiase vergadering! Wat moet ik nog veel leren…

Toen ik vanochtend de verschillende yahoo groups van Grade 3, 6 en 8 doorspitte, kwam de giechel terug. Door de ouders die in paniek mailen over stof voor de examens van deze week. Die zich overal tegenaan bemoeien. Die school nog serieuzer nemen dan de kinderen zelf. Maar als ik bedenk hoe veel studenten er in dit land zijn en hoe weinig plaatsen op goede universiteiten, dan snap ik dat stiekem ook wel. In Nederland kom je met een lijst vol zesjes ook gewoon nog op de universiteit (afgezien van een paar studies waarvoor je je moet inloten). Hier niet. Hier is het een oorlogsveld. Geen goede cijfers? Dan geen goede vervolgstudie en geen goede baan. Jammer dan.

Die zesjes cultuur in Nederland vind ik ook niet optimaal hoor. Ik ben graag de beste in iets en vind dat ook voor mijn kinderen geen slechte eigenschap. Maar een beetje relaxed met school om kunnen gaan, zoals in Nederland, is best prettig.

En om heel eerlijk te zijn, heb ik dit weekend net als mijn Indiase medemoeders uren met een kind aan tafel gezeten. Er zijn examens deze week en waar zoon numero 1 erg goed is in zelfstandig werken, hebben we gemerkt dat zoon numero 2 dat nog moet leren. Leren leren. Die hulp geven we hem graag.


dinsdag 26 augustus 2014

Met de billen bloot

Ik word soms zo moe van mezelf….

Als je naar het buitenland verhuist, laat je al je vrienden en familie voor een tijdje achter. Mensen die jou vaak al heel lang kennen, met wie je veel hebt meegemaakt, hebt gelachen en gehuild en die jouw mooie en ook die andere kanten kennen. En daardoor niet minder van je houden.

En als je dan naar die verre plek verhuist, waar je nog niemand kent, moet je dat weer opbouwen. In een rap tempo en voor een relatief korte tijd. En dat gaat eigenlijk heel goed. Je wordt met open armen ontvangen, mensen helpen je aan alle kanten en er is genoeg te doen. Met de één klikt het, met de ander wat minder en dat is okay. Soms ga je de diepte in (met sommige mensen al heel  snel), soms blijf je een beetje aan de oppervlakte dobberen. Ook dat is goed.

Na een jaar kan ik zeggen dat ik een heleboel mensen heb leren kennen bij wie ik me goed voel. Dat ik met sommigen die diepte inga en met anderen niet. Dat ik klik met mensen uit heel verschillende culturen, van verschillende leeftijden, met verschillende achtergronden. Dat ik gelukkig ben hier. Dat de combinatie tussen blije feestjes en goede gesprekken helemaal in balans is.

Waar ik dan zo moe van word? Goeie vraag, ik heb het vanochtend proberen uit te leggen aan vriendin K, maar kreeg het niet goed onder woorden. Vrees dat het toch het “aardig gevonden willen worden” syndroom is. In combinatie met het “ik wil niets missen” syndroom.

Syndromen die hun kop op steken als ik zie dat andere mensen nog veel meer met elkaar doen. Samen op vakantie gaan. Op zaterdag samen uitstapjes maken, op zondag samen lunchen. En ik? Ik wil eigenlijk, stiekem, ook uitgenodigd worden voor al die feestjes waar ik niet eens naar toe wil. Voor die zondagmiddagbrunch die ik helemaal niet leuk vind. Voor die vakantie waar ik niet op zit te wachten. Ik moet er niet aan denken. Maar eigenlijk wil ik dus wel uitgenodigd worden. Ik beslis dan zelf wel of ik mee ga. Ik wil dat iedereen me kent en aardig vindt. Dat het geen feest is zonder mij erbij. Dat ik niets maar dan ook niets mis. 

Pfffffff. Vermoeiend he?

Ik ben er dan ook klaar mee, met dit geneuzel. Ik vraag wel eens aan onze jongens, als ze iets heel onaardigs tegen elkaar hebben gezegd: Hielp het om dit te zeggen? en Was het nodig? en Was het aardig? Als het antwoord op alle drie de vragen Nee is, dan kun je de volgende keer ook besluiten om het niet te zeggen.

Dus bij deze stop ik er mee. Het helpt niet, het is niet nodig en het is niet aardig ook. 

donderdag 7 augustus 2014

Indiase toestanden

Hoewel ik altijd vreselijk moet lachen om de Indiase Toestanden (ja, mét hoofdletter), gebeurt dat meestal pas een tijdje nadat het gebeurd is. Op het moment zelf kan ik vreselijk geïrriteerd raken. Had het er laatst over met mede Wereldwijf M. die aangaf dat de slappe lach op het moment zelf vaak ongelooflijk leuk is, dat dat het leven een stuk mooier maakt. Helemaal mee eens. Ben dan ook hard aan het oefenen om het “irritatie tussenstuk” gewoonweg over te slaan. Vandaag lukte het me bijna…..

Afgelopen zaterdag hebben we een tuinset gekocht voor op ons nieuwe terras(je). In de bank en de stoelen liggen kussen, die heerlijk zitten, maar er niet uit zien. Echtgenoot A. en ik dus van de tuinmeubelenman met de riksja naar de stoffenboer, waar we een mooi lapje stof hebben uitgezocht. De meubelman laat die dan om de kussens naaien. Oja, de stof was natuurlijk niet “in stock”. Dat is hier nooit iets. Maar op donderdag kon ik het ophalen. Echt! We hadden verzekerd dat het er dan echt moest zijn (alsof dat iets uitmaakt), want op zaterdag kunnen we de tuinset ophalen en dan moeten de kussens omgetrokken zijn.

Natúúrlijk was de stof er vandaag nog niet. Op zich had ik daar nog rustig om kunnen lachen. Ware het niet dat ik daarvoor 45 minuten met één van de verkopers bezig ben geweest om gordijnen voor de slaapkamer uit te zoeken. Stoffen bekijken, uiteindelijk kiezen, vervolgens om de tafel om de maten door te nemen, te berekenen hoeveel stof er nodig is, welke ringen ik erdoor wil en hoeveel dat dan gaat kosten. De prijs nog naar beneden kunnen praten en toen (pas tóen) ging de judokus bellen met de leverancier. Want iets “in stock” hebben, dat kennen ze hier dus niet (had ik dat al gezegd?). Je voelt hem al…  “Sorry ma’am, ze hebben deze niet. Alle andere kleuren wel, maar deze niet”. Ja, dikke neus. Dus toen daarna onze stof voor de kussens er ook niet was, ging ik wel een beetje bozer praten. Een beetje maar hoor. “Okay okay okay” zeggen ze dan. Néé! Niet okay!

Anyway, de stof brengen ze vanavond na 17 uur bij ons thuis (zeggen ze…..). Ben maar even langs de tuinmeubelenman gereden om te zeggen dat de stof er nog niet is. Die gaf aan dat als hij de stof vanavond krijgt, het nog wel lukt voor zaterdag. Wat helemaal niet wil zeggen dat dat ook zo is.

En toen moest ik natuurlijk aan mede Wereldwijf M. denken. En moest lachen. Al was het nog steeds een beetje hoofdschuddend. Dat schateren, dat komt later wel J.

donderdag 26 juni 2014

The function

Indiërs houden wel van ceremoniën, van “functions”. Waar wij bij de eerste verjaardag van een kind taart serveren (waar de jarige dan blij met de handjes in mag graaien), worden hier de haren afgeschoren en geofferd aan de goden. Waar wij koffie met gebak nuttigen, worden hier hele maaltijden bereid en gegeten. En wat kunnen die Indiërs veel eten trouwens!

Toen echtgenoot A. dan ook vertelde dat zijn 15-jarig jubileum op het werk gevierd zou worden, hadden we al een vermoeden dat het iets meer zou zijn dan de taart met een kadootje of een geldbedrag en een speech van 5 minuten, zoals in NL. En dan iedereen na 15 minuten weer aan het werk. Nee, hier moesten we met het hele gezin naar toe (en het is dat India een beetje ver is; van de meeste andere jubilarissen waren ook de ouders aanwezig).

Dus vanmiddag, 15 jubilarissen met echtgenoot/echtgenote, kinderen en ouders. In een volle zaal met collega’s. Wij als gasten mochten als laatsten naar binnen, onder groot applaus van alle aanwezigen. Na het welkomstwoord werd er eerst een lied gezongen om de goden te eren. Ik blijf het bijzonder vinden, hoe Indiase vrouwen zonder gene op een podium kunnen staan om te gaan zingen. In hun eentje, zonder muziek. Ik heb dat ook gezien bij mijn prachtige Afghaanse buren in Nederland, midden in een grote groep mensen gaan staan zingen en dansen. Trots. Met zoveel meer zelfvertrouwen dan wij Nederlandse vrouwen over het algemeen hebben.

Enfin, na het lied (waarvan zoon W. van 12 net thuis zei “dat ken ik hoor, dat zingen we op school ook altijd, da’s een religieus lied”. En verhip, hij begon het gewoon te zingen, in het Hindi, zonder enig idee waar het over ging maar het klonk prachtig :-D) waren er voor alle jubilarissen persoonlijke praatjes, powerpoints met foto’s en bloemen en een cadeau. We moesten zelfs met het hele gezin het podium op. Was ik even blij dat ik mijn Havaiana slippers nog net voor vertrek had ingeruild voor een paar hakken, terwijl ik dit helemaal niet aan had zien komen. Daarna foto’s. En nog meer foto’s. En een buffet. Met veel eten uiteraard.

Na afloop gingen we nog even mee naar het kantoor van A. Waar we zijn collega V. troffen die over de ontwikkeling van ijs gaat en onze jongens de pilot plant liet zien en ijsjes liet proeven (een vader die ijs ontwikkelt, dat zou pas cool zijn). Al met al een bijzondere middag.

De bloemen gingen naar de vrouw van onze chauffeur (wij gaan over 2 dagen vliegen, da’s zonde) en de zoetigheden gaan morgen gewoon weer mee naar het werk van A. (hij is de enige in ons gezin die die mierzoete dingen lust). En wij zijn weer een ervaring rijker.




donderdag 5 juni 2014

Adem in adem uit

Nog niet zo lang geleden schreef ik dat ik toch al behoorlijk Zen aan het worden was. Ha! Geen idee meer hoe dat eruit ziet. Ben toe aan vakantie geloof ik. En geloof me, ook al lijkt dat op de foto’s misschien wel zo, het leven hier is niet één groot vakantieparadijs. Echt niet, ondanks dat we wonen op een soort Centerparcs, het altijd mooi weer is en we hier elke vakantie leuke tripjes maken. We leven hier gewoon ons leven. 

Begrijp me goed, we hebben niets maar dan ook niets te klagen. Dat realiseer ik me heel erg goed. En meestal geniet ik dan ook volop van het leven hier. Maar soms raak ik gewoon zó geïrriteerd. Om alles wat hier niet werkt, niet klopt, niet goed gaat.

Zen blijven vind ik zó moeilijk als ik zie dat de meubelbezorger (en dit is alweer maanden geleden, kun je nagaan hoe hoog het zit J) de poten onder onze nieuwe slaapbank schroeft en er één gewoon hartstikke scheef onder zet. Staat toch prima zo? Hij valt niet om. Nee, knuppel, hij valt niet om, maar ik wil hem er wel recht onder. Dat vond híj nou weer raar.  

Zen blijven vind ik zó lastig als de klusjesman een hordeur plaatst met een gigantische kier tussen deur en vloer. Da’s niet goed zo! Daar gaan de mieren en muggen gewoon onder door. Nee hoor, dat was absoluut niet het geval. Duh! Ik heb net zo lang staan zeuren en boos worden tot zijn hulpje een strip uit de tas pakte die perfect onder de deur paste en de kier sloot. Ja! Da’s toch niet zo moeilijk? Dit wist jij toch ook wel? Het is pottomme zijn wérk! Zo balen als je alleen krijgt wat je wilt als je boos wordt of zeurt.

Zen blijven zit zó niet in mijn systeem als de knakker bij de kassa geen wisselgeld heeft. Nooit. Ook niet als je betaalt met pak hem beet 200 roepies (€2,40) en het bedrag 134 roepies is. En let wel: de geldautomaat betaalt alleen maar uit in briefjes van 1000.

Zen blijven is zó niet logisch als je voor de 35e keer gebeld wordt door de internetprovider met de vraag of hij de rekening voortaan per email mag sturen. Ja! Graag! Zoals ik dat al 34 keer heb gezegd. En of huppeldepup@gmail.com het goede emailadres is. Zucht. Jaaaaaaa! Heb de rekening echter nog niet in mijn inbox voorbij zien komen.

Ik wil duidelijkheid en afspraken en kwaliteit. Ik wil mensen die trots zijn op hun werk, die hun uiterste best doen en doorgaan tot het goed is. Ik wil internet dat stabiel is en elektriciteit die niet 15 keer per dag uitvalt. En ja, ik weet het donders goed, dit zijn allemaal futiliteiten. I know I know. Maar soms ga ik gewoon dus even uit mijn dak. Da’s de andere kant van dit Centerparcs leven, dat niet op FB staat. Nu dus wel overigens.

Overmorgen gaan we 2 weken op vakantie. Twee weken strand, natuur en cultuur. In een land dat bekend staat als A+ India. Sri Lanka, nog geen 1,5 uur vliegen (da’s weer die ene kant). Ik kan niet wachten. En weet zeker dat ik dan weer heel Zen het nieuwe schooljaar in ga. Toch?


woensdag 16 april 2014

De sloppenwijk

Gisteren was ik er weer, in de sloppenwijk van het 3D-project. Een project, waarbij een gemeenschap integraal wordt geholpen op eigen benen te staan. En zoals altijd kwam ik weer stil thuis.

Ik ben slechts één van de vele vrijwilligers die zich inzet voor de mensen van Janakiram. Ik doe het nog maar net en ook nog niet heel veel. Ben er niet wekelijks, zoals vele andere (veelal expat-) vrouwen. Week in week uit besteden ze uren van hun tijd om de mensen daar Engels te leren, de kleine kinderen op te vangen in de crèche, de oudere kinderen aan te melden op school, de vrouwen te leren naaien en een summer school te organiseren voor 200 scholieren.

Gisteren hadden I en ik zo’n 5 kwartier in de auto gezeten voor de maandelijkse vrijwilligers vergadering. Eenmaal aangekomen kregen we een telefoontje: de vergadering ging niet door. En stiekem deed het me op dat moment niet zo veel. Dit soort plannen wijzigt hier wel vaker, kan gebeuren. Nu hadden we tijd om afspraken te maken over het werk van de crèche leidsters, 2 andere crèches te bezoeken en de nieuwe locatie van de second hand shop te bekijken. Om mijn bezoek volgende week aan enkele vrouwen zelf-hulp-groepen te plannen en nog wat tassen (daar geproduceerd van recycling materiaal) te kopen voor het thuisfront.

En als ik dan mee ben met die vrouwen, die daar wekelijks komen, valt het me elke keer weer op hoe ongedwongen ze zich bewegen tussen de mensen daar. En hoe weinig ongedwongen ik zelf nog ben. Ik zie ons gewoon lopen, vanaf een afstandje. Twee grote blanke Westerse vrouwen tussen die kleine huizen. Een stuk kleiner en donkerder dan onze slaapkamer. En daar wonen ze dan met ik weet niet hoeveel mensen. Oh, wat zit ik dan in mijn hoofd als ik daar rond loop, wat denk ik veel. “Hi ma’am!” roepen de kinderen blij, we zingen liedjes in de crèche, krijgen overal stoelen aangeboden. En alleen daar, tijdens het liedjes zingen, staat het hoofd even stil.

Wat me gisteren zo raakte was het gebrek aan privacy en koelte. Geen aparte kamers voor de verschillende familieleden, niet eens een apart hoekje. En zodra je op straat staat, bots je tegen je buren op. En tegen de geiten, de honden, de kippen. De huizen van de medebewoners. Geen plek om je even terug te trekken, om even lekker met een boek op een stoel te hangen. Of om even onder de ventilator te zitten. Het is veel en vol en warm.

’s Avonds aan tafel vertelde ik er over aan onze jongens. Ze willen graag eens mee. Jammer dat de zomervakantie voor de Indiase scholen eerder is dan die voor de internationale, anders hadden ze mooi kunnen meehelpen met de summer school.

Maar misschien ga ik wel in overleg met de juffen, bedenk ik me nu ter plekke en neem ik ze eens mee een hele dag. Kunnen ze ons helpen en spelletjes doen met de kinderen daar. Zul je zien dat zij zich meteen thuis voelen en veel minder last hebben van de grote verschillen dan ik. 

zondag 6 april 2014

Lief India

Gek, bizar, idioot, chaotisch en lief India. Wat ben je toch een land. Je schopt me heen en weer tussen vette frustratie en complete slappe lach. Het duurde even voor je me had, maar na 6 maanden bij jou gewoond te hebben kan ik met een eerlijk hart zeggen dat ik voor je gevallen ben.

Wat ben je toch anders, onlogisch, gek en onbegrijpelijk voor mij. Wat krijg je me gemakkelijk in een slecht humeur met je grillen. En wat kan ik genieten als dat je niet lukt, als ik blijf lachen om al je gekte.

Na anderhalve week NL, waar alles ging zoals ik verwachtte, waar ik de mensen begreep en de mensen mij, waar ik in de winkels kon vinden wat ik zocht en de juiste antwoorden kreeg op mijn vragen, valt me nu weer op hoe Indiaas India is.

De medewerker die me te hulp komt wanneer ik in de supermarkt de broccoli niet zie liggen op de vaste plek. Wat ik zoek. De broccoli. Hij kijkt me aan en pakt de prei uit het schap. Nee, de broccoli. Een tweede medewerker komt, hij weet het niet en nummer 3 komt erbij. Die in het schap kijkt waar het normaal ligt, niets ziet en zegt “het is er niet” …

De riksja rijder die me vertelt dat de rit van het winkelcentrum naar mijn huis 100 rupees is. Terwijl ik weet dat die 25 rupees is als de meter aan staat (maar dat staat die nooit). Ik moet lachen, hij ook en we komen samen uit op een heel mooie prijs.

De elektriciteit die het op dag 1 na de vakantie niet doet. En die pas na 3 verschillende elektriciens, een nieuwe zekering en uren later weer werkt. En als hij voor de 5e keer uitvalt die dag en ik bijna iemand door de telefoon trek, blijkt het niet meer aan onze zekering te liggen, maar gewoon aan een algemene stroomstoring. Waarmee ik op dat moment dan ineens heel erg blij kan zijn.

Het dak dat na maanden eindelijk op ons terras zit. De werkers verstonden mij allemaal niet en ik hen niet. Maar het dak blijkt een staaltje vakmanschap te zijn.

Het tv kastje dat voor ons getimmerd en geschilderd is. En dat totáál anders is geworden dan we wilden. Het kon niet meer worden aangepast, maar ze timmeren een nieuwe voor ons (die heel mooi wordt) en we mogen de ‘mislukte’ gebruiken tot de nieuwe klaar is.

De bioscoop waar we net waren en waar we vroegen naar de kinderfilm a.s. zaterdag. Dat is Rio 2. Hoe laat die draait. Geen idee. Wanneer het op de website komt. Dat komt tie niet. Okay….. Maar ik krijg wel een briefje met het telefoonnummer, dan kan ik van te voren bellen. Ach, dan zetten we op de verjaardagsuitnodiging gewoon dat we nog niet weten hoe laat het feestje begint en dat we dat nog wel doorgeven. En dat is ook prima.

Van die kleine salamandertjes in het huis, met van die lieve pootjes. Slangen en apen die op het terrein rondhangen (en die ik overigens nog niet ben tegengekomen) en muggen die je ’s avonds buiten lek prikken. De bedwelmende geur van bloemen als ik door onze straat fiets.

Lief India, wat ben je toch anders. Wat vind ik je raar. Wat vind ik je leuk. En wat ben ik benieuwd wat je eigenlijk van mij vindt.



donderdag 13 maart 2014

Gastvrijheid

Op maandag vraagt onze hulp of ze op woensdag eerder kan komen en ook eerder weg mag. Ze heeft die dag namelijk een naamgevingsplechtigheid van een ver familielid, een klein meisje van 3 weken, op een uurtje rijden vanaf hier.

Geen probleem natuurlijk, maar ik ben wel heel benieuwd wat dat nou precies inhoudt, zo’n name giving ceremony. L. vertelt het een en ander en vraagt vervolgens “Waarom ga je niet mee?”. Nou, uh, waaróm niet? Ten eerste ben ik niet uitgenodigd. En ten tweede ken ik deze mensen helemaal niet. Is dat geen probleem? “Natuurlijk niet, laat me morgen maar weten of je mee gaat”.

Het is het eerste dat ze me de volgende dag vraagt. En ja, natuurlijk ga ik mee! Maar wat moet ik aan? En wat breng ik mee? Goh, wat kunnen wij het toch allemaal ingewikkeld maken. Ik ben gewoon welkom, verder mag alles en hoeft niets.

We spreken af dat ik rond 12.30 uur word opgepikt. We gaan met zijn 6-en: L., haar dochter en 2 kleinkinderen en een bekende van haar die ons brengt. Natuurlijk zit ik om 12.30 klaar, je bent Nederlandse of niet. Om 14.30 uur arriveert de auto….

We rijden naar een klein dorp ergens buiten Bangalore. Onderweg krijg ik nog even wat mooie bloemen in mijn haar. Als we aankomen is de ceremonie allang achter de rug is. Shoot! Het was zo leuk geweest om dat eens mee te maken. Maar we worden vriendelijk binnen gehaald, ik krijg de baby even in mijn armen (mijn hemel, die van mij waren bij hun geboorte minstens een keer zo zwaar) en we schuiven aan bij de maaltijd. De mensen daar spreken geen Engels. En ik geen Kanada, de plaatselijke taal. Maar er wordt vriendelijk heen en weer gelachen, ik krijg als enige een flesje Pepsi en een flesje water (de anderen drinken water uit een ketel) en de vraag of ik bestek wil. Neu, als iedereen met de hand eet, doe ik dat ook. Nou kan ik dat best wel met wat chapati of roti, maar met alleen rijst en saus is het wel wat lastiger. Maar ik doe mijn best, lach vriendelijk en vast ook een beetje schaapachtig en het gaat eigenlijk prima.

Ik paste daar natuurlijk niet echt tussen. We hebben weinig raakvlakken, deze mensen en ik. Onze levens lijken in de verste verte niet op elkaar en we spreken elkaars taal niet. Maar het gekke is, ik heb me geen moment ongemakkelijk gevoeld. Niet toen een stuk of wat vrouwen me openlijk stond te bekijken. Niet toen ik merkte dat er over mij werd gepraat en ik er niets van kon verstaan. Niet toen ik het eten op een palmblad kreeg en ik van de helft niet eens wist wat het was. Want ik was welkom.

Dat is wat ik zo vaak ben tegen gekomen in het buitenland en wat ik zo geweldig vind: Ga maar mee, kom er maar bij, eet met ons mee. Je bent welkom.

vrijdag 21 februari 2014

Zen

Je gelooft het niet, maar heel héél langzaam begin ik zowaar een beetje Zen te worden. Een klein beetje. En dat is al heel wat voor iemand als ik. Die ongeduldig is geboren en altijd sneller, eerder, vlugger wil.

Stiekem heb ik ook geen keuze. Als je hier in India vast wilt blijven houden aan het Nederlandse ritme, dan raak je op zijn minst lichtelijk gefrustreerd. Want even naar de supermarkt duurt 2 uur,  even naar school 45 minuten enkele reis en even een kadootje laten inpakken rustig 20 minuten. Het mooiste vind ik de tijd bij de kassa van de supermarkt. Elk product wordt gescand en daarna nog van voor naar achter van links naar rechts bekeken.  Op z’n dooie gemakje. Domtiedomtiedom. Ben er nog steeds niet achter waarom eigenlijk. Maar heb inmiddels geaccepteerd dat dat zo is.

Dus wat doe ik de hele dag? Dat hebben jullie je vast al eens afgevraagd. Wat doe ik toch de hele dag, zonder baan en met een hulp die elke dag een paar uur komt poetsen en een paar keer per week kookt. Met een tuinman die elke dag even het gras komt besproeien en de dode blaadjes weghaalt. Met een strijkhulp en een chauffeur.

Nou, afgezien van veel schrijven, nog meer wachten dus. En in de auto zitten. En heel Zen voor me uit staren. Lezen in de auto is me nog nooit gelukt zonder misselijk te worden, dus er blijft niet veel over dan wat uit het raam staren. Wat hier overigens geen straf is.

Willen jullie een voorbeeld? Van deze Zen Dorine? Komt tie.

Afgelopen maandag wilde ik even (daar heb je hem, “even”, dom dom dom) een paar dingen regelen. Eerst langs de nieuwe showroom van een meubelwinkel. Onze salontafel staat al jaren op de nominatie om vervangen te worden. En omdat ik al jaren ‘geen’ salontafel wil en echtgenoot A. wel, hebben we al die jaren gediscussieerd wat het moest worden. Uiteindelijk heb ik verloren. Er komt een nieuwe. Had een mooie gezien in een webwinkel, telefonisch gecheckt of tie in de showroom stond (yes ma’am) en dat werd bezoekje 1. Bezoek 2 werd de brillenwinkel, om een nieuw montuur voor S. te regelen. Het montuur dat we 2 weken geleden hadden gekocht was namelijk al beschadigd. En daarna nog naar een winkel waar ik iets op moest halen. Bezoek numero 3.

Na ruim een uur auto rijden was de showroom nog niet gevonden, al waren we wel in de buurt. Meerdere malen gebeld met de winkel en tenslotte kwam één van de medewerkers naar onze auto toe lopen, om ons de goede straat in te loodsen. Adressen met duidelijke huisnummers hebben we hier niet altijd… Ik zei nog tegen M, onze chauffeur “it better be good”. Maar helaas, binnen 5 minuten stond ik weer buiten. Wat ik wilde hadden ze niet. Ook al hadden ze gezegd van wel. En verder was er ook niet zoveel, de showroom was nog half leeg. Maar eerlijk waar….. heb smakelijk met M. lopen lachen. Te grappig ook eigenlijk. En hóp! Op naar het volgende adres dan maar.

Daar was de weg opgebroken en moesten we helemaal om rijden. Wat me niet zo handig leek, dus het laatste stuk dan maar gelopen. Of nou ja lopen….. al springend, hoppend en slalommend kwam ik op de plek van bestemming. De trottoirs zijn hier iets anders dan in Nederland. Vooral als er aan de weg wordt gewerkt. Bril ingeleverd, teruggelopen, dat ging snel.

Bezoek nummer 3. De winkel waar ik iets op moest halen. Gesloten…..

Dus uiteindelijk heb ik 2,5 uur gereden om één bril weg te brengen. Da’s mijn record wel tot nu toe, moet ik eerlijk bekennen. Snappen jullie nu wat ik de hele dag doe? Maar ik vond het wel okay. Geen irritaties, smakelijk gelachen, helemaal goed.

Stiekem ben ik wel aan het twijfelen of ik nou echt Zen ben geworden of gewoon een beetje simpel…

woensdag 5 februari 2014

India, een haat-liefde verhouding

Na ruim 4 maanden India ben ik er nog niet achter. Wat vind ik nou eigenlijk van dit land?  

Er is heel veel om van te houden. Het geweldige weer, de gastvrije mensen, het verrukkelijke eten. De dagelijkse nieuwe indrukken, de felle kleuren, de schoonheid van de natuur en van de inwoners. De onverwachte ontmoetingen. De mensen met wie het zomaar klikt, ondanks een groot verschil in achtergrond en cultuur.

Maar dat is voor mijn gevoel alleen de bovenste laag. De suikerlaag. Dat wat je ziet en zoet is. En onder dit zoete laagje gebeurt zo ontzettend veel. Zoveel waar ik geen verstand van heb, dat ik niet snap, dat complex is en ondoordringbaar. Dat soms gewelddadig is en naar mijn maatstaven hard en vaak onrechtvaardig.

Het leven dat wij expats hier leiden heeft natuurlijk niets te maken met het echte Indiase leven. Wij leven in een Punica Oase, zoals ik het al zo mooi heb horen noemen. En dat is een uitermate prettig leven, daar niet van. Maar het speelt zich dus alleen in dat bovenste laagje af. Elke dag lees ik de kranten. Over wat er in India en hier in Bangalore gebeurt. En ik schrik van de vele verkrachtingen, de vele zelfmoorden. Van de vele verschrikkelijke manieren om wraak te nemen en van de bruidsschat die niet voldoende is waarop de bruid wordt vermoord. 

Hoe moet ik deze verhalen toch linken aan de vriendelijke mensen om me heen? Waar komen deze bovenlaag en onderlaag samen? Wat mis ik hier? Ik voel onmacht en een soort unheimisch gevoel. Over alles wat ik hier niet snap. Waarvan ik weet en voel dat het er is, maar waar ik mijn vinger niet op kan leggen. Waar ik wel voorzichtig met mijn hulp over praat maar waar ik nog veel meer over zou willen weten.

Dus heb ik twee Indiase vrouwen om hulp gevraagd. Gevraagd om me de Indiase wereld onder het oppervlakte uit te leggen. Twee vrouwen die beiden een tijdje in de VS hebben gewoond en de verschillen dus zelf hebben ondervonden. Dit “onder de oppervlakte” is moeilijk, is me al verteld door een van die vrouwen, maar ze zal haar best doen het me uit te leggen. Zodat ik meer van India ga begrijpen en er misschien ook meer van ga houden. Van het echte India, niet alleen van het leven dat ik hier leid.

donderdag 23 januari 2014

Even een ticket omboeken

In Nederland had ik met mezelf al de afspraak dat als ik “nog even snel” iets tussendoor wilde doen, dat ik het dan gewoon niet deed. Omdat het altijd langer duurde dan verwacht en door de snelheid vaak mis ging. Omdat het bijna altijd voor extra stress zorgde.

Hoe zou het dan zijn om in India “even” een ticket om te boeken? Als je niet zoveel tijd hebt? Drie keer raden….

Na de foto shoot in Mumbai vertrokken 3 kinderen en 3 ouders weer naar het vliegveld op weg naar Bangalore. Rond 19:00 uur waren we op het vliegveld, waar we moesten wachten tot de vlucht van 21:45. Jammer van de tijd, helemaal omdat we dan pas tussen 00:30 en 01:00 uur thuis zouden zijn (als alles zou meevallen, de late vluchten willen nog wel eens vertraagd zijn).

Maar er bleek nog een vlucht om 20:20 uur te zijn. Dat zou toch moeten lukken?

De check-in dame kan niets voor ons doen. We moeten weer naar buiten, naar de ticketshop van onze vliegmaatschappij. Vader 1 besluit er even snel naar toe te lopen, om te checken of er überhaupt nog 6 plekken vrij zijn. En komt binnen een minuut weer terug. Hij mag niet meer naar buiten zonder begeleiding van een medewerker van de vliegmaatschappij.

Nou moet je weten dat je in India niet zomaar een vluchthaven binnen komt. Nee, je moet met je paspoort en ticket langs een beveiliger. Even iemand uitzwaaien, dat gaat dus niet. En als je eenmaal binnen bent, mag je dus ook niet meer naar buiten. Blijkbaar. Ben nog steeds een reden aan het bedenken waarom dat niet mag.

De mevrouw van de check-in wil niet mee naar de uitgang en schrijft op onze e-ticket dat wij van haar naar buiten mogen. Daar neemt de beveiliging aan de deur natuurlijk geen genoegen mee en die maant ons te wachten. Hij haalt haar wel even op. Mopperend komt zij met hem mee, zodat ze ons naar buiten kan laten.

Inmiddels komt 19:35 aardig dichtbij, de uiterste tijd dat we kunnen inchecken.

Bij het kantoortje buiten staat een groepje mensen te wachten. Voor 4 loketten, waarvan er 1 open is. Waarachter 4 medewerkers: één aan het werk, de andere 3 kijken toe. Domtiedomtiedom….ik begin aardig nerveus te worden, ben zó graag ruim op tijd bij de gate. Maar het duurt niet lang of we zijn aan de beurt. Vader 1 checkt of er plek is. Die is er. Voor bijna Rs 4500 per twee personen (da’s zo’n € 54,00). We overleggen even en vader 2 besluit dat hij dit te duur vindt, hij wacht op de originele vlucht.

En dat overleggen, dat hadden we nou beter niet kunnen doen. Want ineens staan alle Indiërs voor loket 2 met hun mobiele telefoons te zwaaien en deze door het raampje te steken. En verhip, onze medewerker staat ineens aan dát raampje. Wat hebben we gemist? Op onze vragen reageert hij niet meer en we moeten braaf wachten tot hij weer tijd voor ons heeft. Het is zo’n 19.20 inmiddels…

Alle Indiërs zijn geholpen en ik ga pontificaal voor raampje 2 staan. Daar komt voorlopig niemand meer langs. Tergend langzaam print de medewerker onze nieuwe tickets uit. Mijn bankpas weigert natuurlijk, juist nu, dus vader 1 betaalt voor ons beiden. We moeten opschieten, zegt de medewerker, want de check-in sluit bijna. Ja duh!

Bij de check-in blijkt de rij inmiddels gigantisch aangegroeid te zijn. Ik heb het niet meer. Vader 1 checkt even vooraan, maar gelukkig staat iedereen te wachten voor vluchten die bijna vertrekken dus ze gooien de check-in voorlopig nog niet dicht. Dit gaat weer best snel en als ik aan de beurt ben leg ik uit dat S. en ik samen met vader 2 en zijn zoon op een e-ticket staan, maar dat alleen wij onze vlucht hebben omgeboekt. Da’s okay en ze geeft me heel snel onze instapkaarten. Op naam van vader 2 en zijn zoon. Zucht….. Ik kan voor veel doorgaan, maar niet voor een Arabische man dacht ik zo. De nieuwe instapkaarten worden geprint en S. en ik sprinten naar de Security. En daarna naar de gate. Kunnen we het vliegtuig misschien nog tegenhouden voor vader 1 en zijn dochter die achter ons aan komen.

Aangekomen bij de gate (20:10 uur) staat er niets meer op het scherm. Shit, gemist! Ze zijn al dicht. Maar waarom staan hier nog zoveel mensen dan? Oh, het vliegtuig is nog niet eens geland? We hebben vertraging. He gelukkig….

S. en ik eten snel een broodje (het avondeten was er even bij in geschoten) en we zitten uiteindelijk om 20.30 uur in het vliegtuig. Toch nog lekker ruim een uur eerder thuis dan oorspronkelijk. Dachten we. Want het vliegtuig blijft gewoon stil blijven staan tot 21:40 uur….

Om iets na 23:00 zijn we in Bangalore, om 00.30 thuis. Da’s toch wel een boel geld en stress, voor het vervroegen van je vlucht met zo’n 5 minuten …


De foto shoot

Een castingbureau in Bangalore zocht kinderen als model voor een kledingmerk. Hoorde ik op vrijdagmiddag van vriendin K. verderop in de straat. Er werden meisjes van 8-12 gezocht en K. had een fotootje van haar dochter L. (vriendin van onze S. van 10) ingestuurd. En warempel, ze werd gekozen. Lachen!

Op zaterdagmiddag bleek dat er nog een jongen van 10 werd gezocht. Hahaha zullen we dan maar een foto van S. sturen? Nee, joh, die vindt dat helemaal niets. Maar (hoe kun je je vergissen als moeder) S. leek het helemaal leuk, samen met L. naar Mumbai om fotomodel te spelen. En warempel, je gelooft het niet, ook hij werd gekozen.

Wel jammer dat L. op maandag en dinsdag naar Mumbai moest en wij op dinsdag en woensdag. Jammer ook voor de moeders. Maar L. en S. vonden het interessant genoeg om te gaan. De eerste dag passen, de tweede dag de shoot zelf.

Dinsdagochtend 9 uur vertrokken we richting vliegveld. Ruim te vroeg (ruuuuuim te vroeg, wie wel eens met mij reist weet dat ik vreselijk nerveus word van vertrektijden van vliegtuigen en treinen), dus we hadden nog lekker de tijd om wat te eten en te drinken. Het was tenslotte toch een beetje feest, zo met zijn tweetjes op reis en niet naar school.

In Mumbai stond de taxi klaar, die ons naar het hotel bracht. Een hotel dat er op internet gewéldig uitzag. In het echt wat minder…. Er zaten weliswaar ramen in de kamer, maar die kwamen uit op de gang. En de wanden en vloer van de badkamer waren van zeil, net zoals – jawel – in een stacaravan. Zo rook het ook. En het was ook niet geweldig schoon. Maar een gegeven paard moet je niet in de bek kijken, nietwaar?

De pas sessie ging niet door, dus we hebben lekker wat aangelummeld in de hotelkamer en gegeten in het restaurant van het hotel (waar ik me by the way nog even flink heb laten afzetten. Mán, je moet hier ook werkelijk altijd op je hoede zijn). Maar veel lol gehad en vroeg naar bed gegaan.

Na het ontbijt werden we om 8.30 naar de studio gereden. Waar de chauffeur ons midden in een gribus steegje afzette. “Hier is het”. Okayyyyyy. Had van vriendin K. al gehoord dat het er van buiten niet heel glamorous uit zag. Na even zoeken hadden we de juiste deur, waarachter een heel team klaar stond om ons op te vangen. Stylisten, de fotograaf, een haarstylist, een make-up man, iemand die filmde, een strijker, een kleermaker, een paar thee- en koffie- en afwasmensen en nog een heel stel anderen van wie het mij niet duidelijk is geworden wat ze deden. Gezellig druk dus zeg maar. Flinke beatmuziek op de achtergrond (voorgrond, eigenlijk) en S. kon beginnen met passen.

Samen met ons was een 6-jarig jongetje aangekomen. Later nog een 10-jarig meisje (dat bij ons op de compound bleek te wonen, haar vader sport met echtgenoot A. J) , een meisje van een jaar of 4 en twee twintigers. Bijna 9 uur lang passen, omkleden, nog een keer omkleden, het haar, de make-up, poseren, weer omkleden en wachten, veel wachten. Iets voor 18.00 waren ze klaar. S. had het leuk gevonden! Hij werd steeds gemakkelijker voor de camera (beetje afkijken van de professionele modellen doet wonderen), L. bleek een aardig meisje en hij mocht ook nog wat kleding houden. Naast zijn eerste eigen salaris!

En ik? Krantje, iPhone, tijdschrift, foto’s maken en kletsen met de andere ouders. Maar vooral ook verrast toekijken hoe mijn 10-jarige knul ineens in een stoere vent veranderde voor de camera.

vrijdag 17 januari 2014

Short cut

Het verkeer in Bangalore is vreselijk. De ontwikkeling van de wegen is niet meegegroeid met de enorme aanwas van inwoners en auto’s de laatste jaren. Dat betekent dat je over de kleinste afstanden af en toe idioot lang doet.

Gisteren was weer zo’n dag. Ik moest op 4 verschillende adressen zijn (moet je eigenlijk ook niet doen hier, 4 adressen op één dag). Adres 1 en 2 gingen redelijk goed, maar toen kwam ik vast te zitten in de spits. Die het grootste deel van de dag door gaat.

Omdat onze eigen chauffeur door familie omstandigheden 2 weken absent is, hebben we steeds een vervanger. Om de twee dagen wel een ander. Murgan en Alphonse reden rustig. En konden niet zo goed Engels. Babu was rustig en vriendelijk en is met ons mee geweest op een weekend trip. Sunil van gisteren daarentegen was een jonge, snelle gast. Links inhalen, rechts inhalen, het ging steeds net goed. En ineens sloeg Sunil linksaf. Want hij kent alle short cuts in de stad en wachten voor een stoplicht, daar houdt hij niet van. Zo konden we er mooi 4 vermijden.

En binnen werkelijk 5 seconden stonden we midden in een sloppenwijk. Elke keer ben ik weer verrast hoe dicht die bij de grote wegen liggen. In deze sloppenwijk stond ook alles muurvast (want hé, Sunil is niet de enige die van die short cuts weet) en waren de wegen zo smal, dat twee auto’s elkaar nauwelijks konden passeren. Dus ik had genoeg tijd om eens goed om me heen te kijken.

En wat is het contrast met Nederland dan toch weer groot. Huizen van 2 bij 2 meter. De was die met de hand op straat wordt gedaan. Letterlijk óp de straat: de was op de grond, water en zeep erbij en maar boenen en slaan. Op de grond, een meter naast de koeienvlaai, tussen de uitlaatgassen en al het verkeer in. Pannen die op straat staan te koken en te borrelen. Straten van nauwelijks 2 meter breed, waar verkeer, voetgangers en koeien zich doorheen worstelen.

En ik daar middenin, achterin onze Toyota Innova, een royale 7-zitter die nauwelijks door de straten past.

donderdag 16 januari 2014

De health check

Een paar weken geleden had ik een afspraak met de bedrijfsarts van echtgenoot A.’s werkgever. Hij kon me veel vertellen over naar welke tandarts we het best kunnen gaan (helemaal met het oog op een beugel voor zoon S.), wat een goede dermatoloog is, een goede kinderarts en nog veel meer. En vooral ook het nou eigenlijk werkt, een afspraak maken met een arts in India.

Hier hoef je niet langs een huisarts om vervolgens 2 maanden te wachten op een afspraak met een specialist. Welnee. Je kunt rechtstreeks een afspraak met de specialist maken, alleen als je niet weet bij welke arts je moet zijn is het handig eerst langs een general practitioner te gaan. En hoera, wij hebben de bedrijfsarts, die overal contacten heeft en die ik dag en nacht kan bellen. En die de afspraken wel voor ons kan maken. Hij moet het wel een dag of 2 van tevoren weten, dat is het handigst. Nou, dat vind ik ook wel handig dokter Ravi!

Hij vroeg me wanneer ik voor het laatst een health check had gehad. Uhhhhhhh……dat doen wij niet in Nederland. Nee? Geen preventieve zorg? Jawel, natuurlijk wel, maar….. En ik heb toen maar besloten niet het hele Nederlandse systeem uit te leggen, maar gewoon voor die health check te gaan. Genoeg redenen om het niet te doen en evenveel om het wel te doen. Stiekem was ik ook gewoon nieuwsgierig.

Vorige week was het zover. Om 7.30 kwam ik met nuchtere maag aan bij het ziekenhuis. Ik moest een formulier invullen en eventjes wachten. Vervolgens mijn meegebrachte potjes inleveren, bloed prikken, een echo laten maken en een röntgenfoto. Daarna mocht ik ontbijten, ik kon kiezen tussen ontbijtgranen met melk of een vegetarische sandwich. Met een kopje thee.

Daarna volgden de andere onderzoeken. Mammografie, paptest, borstonderzoek en nog een keer bloed prikken. Tussendoor nog een check bij de dermatoloog. Gesprek met een arts over mijn en de familiegeschiedenis en een gesprek met een andere arts over de uitslagen (afgezien van paptest en mammografie, die duren wat langer). Alles helemaal goed, fijn! Toen mocht ik nog een lunch, maar ik was wel klaar en wilde naar huis. Het rapport kon ik twee dagen later ophalen.

Even nog langs de balie, ik had namelijk nog niet betaald. Echt niet? Nee echt niet. En toen kwamen we bij het grootste verschil tussen India en Nederland. Niet de organisatie van alle onderzoeken, want die was prima. Niet het ziekenhuis zelf, hoewel dat in NL nieuwer en schoner en mooier is. De apparatuur hier is goed en de doktoren zijn allemaal goed opgeleid, vaak ook nog in het buitenland. En ook niet het feit dat je hier elk consult zelf moet betalen (het wordt niet automatisch met de verzekeraar verrekend).

Nee, het grootste verschil zat hem in de kosten. Ik moest Rs 3200,00 betalen. Dat is omgerekend € 38,50. Oh ja, niet te vergeten, ik had natuurlijk ook nog het consult bij de dermatoloog betaald (dat zat niet in de health check). Dat was Rs 400 (oftewel € 4,80).

Je zou het bijna niet declareren bij de verzekering…..