zondag 2 november 2014

De operatiekamer

Waar zal ik eens beginnen? Dit wordt een heel lange blog, over hilarische toestanden en een heel goede chirurg. Het was ook een heel lange ochtend, vrijdag in het ziekenhuis…

Sinds ik een jaar of 20 ben laat ik met regelmaat moedervlekken controleren en weghalen. Uit voorzorg en het was eigenlijk altijd goed. Tot er 1,5 jaar geleden één werd verwijderd die een akelige rotzak zou zijn geworden als hij was blijven zitten. Gelukkig is hij weg, helemaal op tijd en zonder dat ik er iets aan over houd. Maar hierdoor laat ik mij nu wel elk half jaar van top tot teen nakijken, helemaal nu we in dit tropische klimaat wonen. Onlangs had ik mijn derde check bij de dermatoloog in Bangalore en zowel zij als ik zijn van het motto “beter 10 teveel verwijderen dan 1 te weinig”. Er moesten dus weer 3 moedervlekjes aan geloven. Eergisteren was het zover.

In NL werden ze meestal verwijderd door de huisarts, een enkele keer door de dermatoloog. Hier werd ik doorgestuurd naar de plastisch chirurg. Ook goed. Ik moest er iets voor 8:30 uur zijn, kon ik mooi als eerste geholpen worden. Ik was er (uiteraard) ruim op tijd en iets na 8:30 mocht ik meelopen met een heel vriendelijke mevrouw om me uit te kleden. “Alleen het shirt denk ik he? Ze moeten bij mijn rug en bovenarm zijn, kunnen ze prima bij.” Neeeee, bijna alles moest uit en ik kreeg een mooi gestreepte ziekenhuis pyjama aan.  Ik zou straks namelijk naar een steriele operatiekamer gaan. Terwijl ik in mijn pyjama zat te wachten kwam er een jong meisje met een zwabber nieuwsgierig de kamer in kijken, een beetje om mijn voeten heen zwabberen en weg was ze weer…

De mevrouw kwam terug, mijn oorbellen moesten uit en oh ja, de nagellak moest ook van mijn teennagels. “Waarom in hemelsnaam?” Nou, u gaat straks naar een steriele operatiekamer …. De mevrouw haalde wat aceton en begon te boenen. Wat niet helemaal goed lukte, we zijn 10 minuten bezig geweest met zijn 2-en, zij met mijn rechtervoet, ik met mijn linker. “Dat moet heel dure nagellak zijn geweest!” Nou nee eigenlijk, gewoon van de Hema….  Uiteindelijk was het er (redelijk) af, mijn tas ging achter slot en grendel in een kast en ik mocht mee met een andere mevrouw. Oh nee, de trouwring was nog om! Sleutel van de kast zoeken, kast open, geen tas, help, andere kast zeker, in welke kast dan, sleutel zoeken, ja daar is hij! Trouwring in de tas en nu was ik echt klaar. Ik begon al naar de lift te lopen. Maar dat was niet de bedoeling, er stond een rolstoel voor me klaar. Een rolstoel! “No no no, I can walk”. “No no no you have to sit”. Ach, wat kon het mij ook schelen ….. Toen ik zat bleek ik nog klemmetjes in mijn haren te hebben die ook echt uit moesten en daar gingen we. Picture this: ik met mijn haar alle kanten op (want het had opgestoken gezeten), in een ziekenhuispyjama en met blote voeten in een rolstoel. Ik verzeker je, ik heb er wel eens beter uit gezien…

Boven werd ik in een kamer op een ziekenhuisbed gelegd, wachtend tot ik de operatiekamer in mocht. Naast mij kwamen een vrouw met een hoofdwond en een man met een infuus liggen. Heb er een hele tijd liggen wachten zonder dat iemand van de vele assistenten wat kwam uitleggen. Gaf niks, ik wist toch dat het antwoord op mijn vragen “Hoe lang gaat het nog duren?” en “Waarom lig ik hier nu nog” niet echt bevredigend zou zijn. Wel werd er vriendelijk naar me gelachen. Heb een beetje voor me uit liggen hummen, de chirurg kwam nog even een handje schudden en na 40 minuten werd ik (inmiddels ook met een haarnetje op) de operatiekamer ingereden. Let wel, dit gaat nog steeds over een ingreep die ik in NL bij de huisarts doe.

Maar toen. Dokter Kapitein Anantheswar. Ja, hij heeft in het leger gezeten en zo ziet hij er ook uit. Fiere en rechte houding, slank van postuur, grote snor. Hoofd van de afdeling plastische chirurgie. In India betekent dat (in mijn ervaring) dat hij nogal wat aanzien heeft, dat goed laat merken en daar ook flink van geniet. Niet Dokter Kapitein Anantheswar. Hij was de vriendelijkheid zelve. Naar mij toe en naar alle assistenten in de kamer. Nadat hij me op de tafel had geholpen zei hij “Best een beetje fris hier he?” en hij liet een deken aanrukken die over me heen werd gelegd. “Ik heb de airco ook wat lager gezet”. Fijn! Hij legde steeds uit wat hij ging doen, zette de verdovingen (die ik ken als gemeen pijnlijk) bijna zonder dat ik er iets van voelde en legde bij elke stap die hij deed heel rustig en vriendelijk aan zijn twee assistenten uit wat hij deed en waarom. Hulde! Chapeau! Het ging zo kalm en sereen dat ik bijna in slaap viel.

Na mijn rug was de arm aan de beurt, ik moest me omdraaien, mijn arm ging rechtuit op een tafeltje en toen volgde er een heel grappig gesprek. “Kijk, je ziet alle aders”. “Ja, zij hebben zo’n andere huid dan wij! Die van ons is dik en vettig, die van hen niet.” Zo grappig om daar te liggen en één van die anderen te zijn. “Zij krijgen ook al heel vroeg rimpels”. Dat was het moment dat ik me er toch maar mee begon te bemoeien. “En bedankt!” Ja, legde hij geduldig uit, als Indiërs 25 zijn, hebben ze een zachte, vette huid. Als ze 50 zijn nog steeds. Wij Kaukasiërs niet. Op ons 25e zien we er nog glad uit, maar daarna en zeker vanaf een jaar of 30, 35 beginnen we flink te rimpelen. Tja, daar had hij wel een punt. Volgens mij was ik de eerste witte Europeaan die de assistenten ooit op de operatietafel hadden gehad, ze vonden het machtig interessant.

Nadat ik klaar was werd me verteld wat ik aan recepten mee zou krijgen: pijnstillers, zalf en antibiotica. Deze laatste uit voorzorg. Dat ik die niet wilde vond de assistent heel erg ongemakkelijk. Hij keek de chirurg aan wat hij toch aan moest met deze rare dame. De chirurg knikte hem vaderlijk toe. Was goed hoor, hoefde niet persé.  Ik werd de operatiekamer uit gereden, in de rolstoel naar beneden gebracht, heb daar nog even met de chirurg gepraat en afgesproken wanneer de hechtingen eruit gehaald worden. 

En toen. Toen moest ik nog betalen voor de ingreep en mijn stukjes lijf naar het lab brengen. Ik kreeg een meisje mee dat de 3 potjes duidelijk zichtbaar voor zich uit droeg, als een soort trofee. Eerst naar de kassa en toen naar de lab afdeling. Waar ze uiteraard niet bij de rij aansloot maar meteen naar de balie liep en de potjes pontificaal op de balie zette. Iedereen keek met grote ogen naar wat daar in dreef. Gatver! Dat had toch wel een beetje subtieler gekund? Maar blijkbaar was ik de enige die daar moeite mee had. Weer betalen, nu voor het lab onderzoek en toen naar de mevrouw die de potjes van een sticker met mijn naam voorzag. Heb toch maar even gewacht tot ik de stickers echt op de potjes zag zitten en hoefde vervolgens alleen nog langs de apotheek.

En toen was ik er ook wel klaar mee. Was ruim 4 uur in het ziekenhuis geweest voor een paar kleine ingrepen. Maar heb de hele tijd gedacht “Mán wat een mooi materiaal voor een blog”. Hoe moet dat toch, als we straks weer in Nederland wonen….. 

1 opmerking:

  1. Als je zoiets hebt wil je eigenlijk alleen maar dat het snel, zorgvuldig en vakkundig wordt verwijderd zodat je weer opgelucht kunt ademhalen en door kunt. Ik hoop dat je het gauw achter je kunt laten.

    Groetjes,

    Dorothé

    BeantwoordenVerwijderen