Het verkeer in Bangalore is vreselijk. De
ontwikkeling van de wegen is niet meegegroeid met de enorme aanwas van inwoners
en auto’s de laatste jaren. Dat betekent dat je over de kleinste afstanden af
en toe idioot lang doet.
Gisteren was weer zo’n dag. Ik moest op 4
verschillende adressen zijn (moet je eigenlijk ook niet doen hier, 4 adressen op
één dag). Adres 1 en 2 gingen redelijk goed, maar toen kwam ik vast te zitten
in de spits. Die het grootste deel van de dag door gaat.
Omdat onze eigen chauffeur door familie
omstandigheden 2 weken absent is, hebben we steeds een vervanger. Om de twee
dagen wel een ander. Murgan en Alphonse reden rustig. En konden niet zo goed
Engels. Babu was rustig en vriendelijk en is met ons mee geweest op een weekend
trip. Sunil van gisteren daarentegen was een jonge, snelle gast. Links inhalen,
rechts inhalen, het ging steeds net goed. En ineens sloeg Sunil linksaf. Want
hij kent alle short cuts in de stad en wachten voor een stoplicht, daar houdt
hij niet van. Zo konden we er mooi 4 vermijden.
En binnen werkelijk 5 seconden stonden we
midden in een sloppenwijk. Elke keer ben ik weer verrast hoe dicht die bij de
grote wegen liggen. In deze sloppenwijk stond ook alles muurvast (want hé,
Sunil is niet de enige die van die short cuts weet) en waren de wegen zo smal,
dat twee auto’s elkaar nauwelijks konden passeren. Dus ik had genoeg tijd om
eens goed om me heen te kijken.
En wat is het contrast met Nederland dan toch
weer groot. Huizen van 2 bij 2 meter. De was die met de hand op straat wordt
gedaan. Letterlijk óp de straat: de was op de grond, water en zeep erbij en
maar boenen en slaan. Op de grond, een meter naast de koeienvlaai, tussen de
uitlaatgassen en al het verkeer in. Pannen die op straat staan te koken en te
borrelen. Straten van nauwelijks 2 meter breed, waar verkeer, voetgangers en
koeien zich doorheen worstelen.
En ik daar middenin, achterin onze Toyota
Innova, een royale 7-zitter die nauwelijks door de straten past.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten