Een vrijdagavond, begin april, uurtje of 10 ’s avonds.
Heerlijk op de bank met een glas wijn, oudste zoon W. is net naar bed. En toen
kwam tie, totaal onverwacht: “Ik heb vandaag wel een bijzonder gesprek met L.
gehad”. L. is de leidinggevende van echtgenoot A. en ik vraag nog heel naïef: “Goh, vertel…”.
Of we dus voor een aantal jaren naar India willen, voor het
werk. Naar Bangalore. Índia of all places! Weet hij wel dat daar vrouwen
verkracht worden? Dat dat heel erg ver weg is? Met heel veel armoe en enge
ziektes? En dat we de wereld van de jongens op zijn kop gaan zetten? En weet ik
veel wat allemaal nog meer?
Echtgenoot A. laat me uitrazen en voor ik het weet
zit ik te googelen. Op ‘wonen in Bangalore’ en ‘expats in Bangalore’ en
‘international schools in Bangalore’. En heel diep van binnen, ergens ver
verstopt onder alle vragen en tegenwerpingen, twijfels en zorgen, begint al een
klein zaadje te groeien. Een zaadje van verlangen. En achteraf, na weken praten
en informatie inwinnen en onzekerheden, was dat het moment al dat ik onbewust
besloot dat het wat mij betreft door zou gaan. Dat we gewoon de ogen dicht
zouden doen en springen. Want waarom zou je in hemelsnaam zo’n kans laten
lopen?
Drie jaar lang in de tropen wonen, totaal buiten onze
comfort zones, in contact komen met een cultuur waar we helemaal niets van
snappen. Waar de tegenstellingen tussen arm en rijk zo enorm groot zijn, waar
de natuur prachtig, het verkeer gekmakend en de tradities eeuwenoud zijn. Waar
we vol van ervaringen en verhalen van terug zullen komen.
Bijna 2 maanden later wordt het definitief: de baan gaat
door en echtgenoot A. heeft ja gezegd. India, here we come!
Hi Dorien,
BeantwoordenVerwijderenNatuurlijk zet ik je blog gelijk in mijn lezer!
Groetjes,
Dorothé